vrijdag 23 augustus 2013

Wat kan je doen bij verhuizing met je 'oude' polis?

Belastingplichtigen met een eigen woning hadden nog tot 1 april dit jaar de tijd om ter aflossing van hun eigenwoningschuld een KEW, SEW of BEW aan te vragen. Inmiddels is de deur voor nieuwe KEW´s, SEW´s en BEW´s definitief dicht. Wat betekent dat voor belastingplichtigen met een bestaande KEW, SEW of BEW die in de toekomst gaan verhuizen?

Er is sprake van een bestaande KEW, SEW of BEW als:
1) er op 31-12-2012 een bestaande KEW, SEW of BEW is;
2) er in 2012 een KEW, SEW of BEW was en op enig moment in 2013 de belastingplichtige weer een KEW, SEW of BEW heeft;
3) er op 31-12-2012 een onherroepelijke koopovereenkomst is en in verband met die koopovereenkomst in 2013 een KEW, SEW of BEW wordt gesloten;
4) er op 31-12-2012 een kapitaalverzekering is en vóór 1-4-2013 een aanvraag is ingediend om deze aan te wijzen als KEW; of
5) er op 31-12-2012 een eigenwoningschuld is en de belastingplichtige vóór 1-4-2013 een aanvraag heeft ingediend voor het sluiten van een KEW, SEW of BEW.

Bij verhuizing van de ene eigen woning naar een andere eigen woning, kan een al bestaande KEW, SEW of BEW worden meegenomen. Enige voorwaarde is dat het gegarandeerde kapitaal – of, bij het ontbreken van een gegarandeerd kapitaal, de te betalen inleg – niet omhoog gaat en dat de looptijd niet wordt verlengd. Binnen deze kaders is ook het oversluiten van een KEW, SEW of BEW mogelijk.

Gaat de belastingplichtige na verkoop van de eigen woning tijdelijk huren, dan komt op dat moment de KEW, SEW of het BEW fictief tot uitkering. Voor de leesbaarheid wordt hierna uitsluitend gesproken over de KEW. Voor de SEW en het BEW geldt echter hetzelfde.
Op het moment van de fictieve uitkering, kan gebruik worden gemaakt van de hoogste uitkeringsvrijstelling. Aan de voorwaarden van minimaal 15 of 20 jaar premiebetaling en dat met de uitkering een eigenwoningschuld wordt afgelost, hoeft niet te worden voldaan. Na deze fictieve uitkering, verhuist de KEW naar box 3. Daar valt hij als 'gewone' kapitaalverzekering onder de vermogensrendementsheffing.

In het overgangsrecht voor de KEW was niet duidelijk geregeld wat er gebeurt als de belastingplichtige na enige tijd weer een eigen woning heeft. Onder het oude recht was bepaald dat als een belastingplichtige binnen drie jaar weer een eigen woning had en ook aan de overige voorwaarden werd voldaan (KEW-clausule, jaarlijks premie betaald binnen de bandbreedte), de KEW vanzelf weer in box 1 werd geplaatst. De KEW werd geacht niet tot uitkering te zijn gekomen, maar de hele tijd KEW te zijn geweest, vanaf de oorspronkelijke ingangsdatum. De premies in de box 3-periode telden mee voor de bandbreedte-eis.
Deze verhuisregeling is ook overgenomen in het overgangsrecht, artikel 10bis.6, lid 5, Wet IB 2001. Er was echter onduidelijkheid of in dat geval wel wordt voldaan aan de voorwaarden voor een 'bestaande' KEW, zie de hiervoor genoemde opsomming. Volgens de staatssecretarissen Blok (Wonen en Rijksdienst) en Weekers (Financiën) was dat niet het geval. Dat betekent dat op het moment dat een belastingplichtige geen eigen woning meer heeft, de KEW definitief tot uitkering komt en de belastingplichtige in de toekomst geen KEW meer kan afsluiten. Ook niet als de belastingplichtige voor zijn eigenwoningschuld nog wel onder het overgangsrecht valt.
Dit werd onwenselijk gevonden. Daarom is in een besluit (Besluit van 27 juni 2013, nr. BLKB2013/409M) goedgekeurd dat als een belastingplichtige gebruik kan maken van het overgangsrecht voor zijn eigenwoningschuld, hij ook gebruik kan maken van het overgangsrecht voor de KEW en van de hiervoor uiteengezette verhuisregeling. Voorwaarden zijn dat de KEW niet wordt verhoogd en dat de looptijd niet wordt verlengd.

Voorbeeld verhuizen en tijdelijk huren
Clark koopt op 1 april 2005 een eigen woning met een eigenwoningschuld van € 150.000. Hij opent op hetzelfde moment een SEW. De SEW keert in 2035 een bedrag uit van € 150.000.

Op 1 februari 2013 verkoopt Clark zijn eigen woning voor € 150.000. Clark gaat tijdelijk huren.
De SEW bedraagt op hetzelfde moment € 35.000. De SEW komt fictief tot uitkering. Clark kan gebruikmaken van de uitkeringsvrijstelling. Na de fictieve afkoop wordt de SEW in box 3 geplaatst. Clark wijzigt niets aan de overeenkomst en blijft maandelijks premie betalen.

Uitwerking zónder overgangsregeling
Op 1 augustus 2014 koopt Clark een nieuwe eigen woning voor € 250.000. Clark kan voor zijn eigenwoningschuld gebruikmaken van het overgangsrecht. Zijn op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschuld van € 150.000 wordt verlaagd met de uitkering uit de SEW, omdat Clark gebruik heeft gemaakt van de uitkeringsvrijstelling. Clarks bestaande eigenwoningschuld is € 115.000. Voor € 135.000 sluit Clark een lening met een annuïtaire aflosverplichting.
De in box 3 geplaatste rekening blijft doorlopen in box 3.

Uitwerking mét overgangsregeling
Op 1 augustus 2014 koopt Clark een nieuwe eigen woning voor € 250.000. Clark kan voor zijn eigenwoningschuld gebruikmaken van het overgangsrecht. Clarks bestaande eigenwoningschuld is € 150.000. Voor € 100.000 sluit Clark een lening met een annuïtaire aflosverplichting.
De in box 3 geplaatste rekening wordt weer aangemerkt als SEW. De eerdere gebruikmaking van de uitkeringsvrijstelling wordt teruggedraaid.

Onder de overgangsregeling kan Clark voor een groter bedrag gebruikmaken van het overgangsrecht voor de eigenwoningschuld én behoudt hij zijn SEW.



Meike Bel - Fiscalist Nationale-Nederlanden

- Posted by Pascal de Roo -

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank voor je reactie, onze moderators zullen de inhoud vd tekst controleren en daarna z.s.m. plaatsen op deze blog.