maandag 29 juni 2015

Gebrekkige aanbouw. Verkoper aansprakelijk?


Tijdens verbouwingswerkzaamheden na het transport heeft koper diverse gebreken geconstateerd, onder andere het doorzakken van het dak van de aanbouw/serre. Koper eist dat verkoper dit gebrek herstelt. Verkoper weigert. Koper stapt naar de rechter. Wie krijgt gelijk?

Casus
In 2002 heeft een aannemer in opdracht van verkoper een aanbouw/serre gebouwd. Na de verbouwing ondervond verkoper klachten met betrekking tot kou- en vochtdoorslag. De aannemer heeft deze klachten in 2005 verholpen door aanpassingen aan de aanbouw/serre door te voeren.

In 2009 heeft verkoper de woning verkocht en in de koopovereenkomst gegarandeerd dat de woning de eigenschappen zal bezitten die nodig zijn voor normaal gebruik.

Koper is in 2011 gaan verbouwen. Tijdens de verbouwingswerkzaamheden heeft koper diverse gebreken geconstateerd. Koper heeft verkoper gesommeerd deze gebreken te herstellen. Verkoper weigert dit omdat hij niet bekend was met de gebreken. Koper stapt naar de rechter maar deze wijst de vorderingen van koper af. Koper gaat in beroep bij het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

Standpunt koper
Volgens koper vertoont de aanbouw/serre ernstige (verborgen) gebreken. Zo is er sprake van een koudebrug in de vloerconstructie en vochtoverlast in de aanbouw/serre. Volgens koper voldoet daarmee de aanbouw/serre niet aan de eisen die golden toen deze in 2002 werd aangelegd. Daarnaast is gebleken dat de dakconstructie van de aanbouw/serre zodanige gebreken vertoonde dat er sprake was van een gevaarlijke situatie. Koper is van mening dat de gebreken zodanig ernstig zijn dat de woning niet geschikt is voor het normaal gebruik.

Standpunt verkoper
Verkoper betwist het standpunt van koper. Nadat verkoper in 2005 de aanbouw/ serre door het de aannemer heeft laten aanpassen, heeft hij geen vocht/kouklachten meer gehad. Bovendien blijkt dat de constructie van de aanbouw/serre voldoet aan het Bouwbesluit 2003 omdat de oppervlakte van de koudebrug ter plaatse van de aanbouw/serre samen met de overige koudebruggen in de woning binnen de 2% van de totale gebruiksoppervlakte blijft. Volgens verkoper is er geen sprake van een gebrek dat een normaal gebruik van de woning verhindert nu hij daarin 10 jaar heeft gewoond.

Beoordeling Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch
Op grond van artikel 7:17 BW moet de afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden, dat wil zeggen dat de woning de eigenschappen moet bezitten voor normaal gebruik. Het wil echter niet zeggen dat elk gebrek het normale gebruik belemmert. De koper van een bestaande woning zal, afhankelijk van ouderdom en prijs daarvan, tot op zekere hoogte rekening moeten houden met een bepaalde mate van meteen te verrichten (achterstallig) onderhoud en aanpassingen aan de eisen van de tijd, ook al was de noodzaak daartoe ten tijde van het sluiten van de koop niet direct zichtbaar

Koudebrug en vochtproblemen
Volgens een ingeschakelde deskundige wordt de koudebrug in de vloer gevormd uit het gegeven dat ter plaatse van de betonnen fundering de vloerisolatie niet doorloopt. Het ontbreken van deze vloerisolatie ter plaatse van de betonnen fundering is echter niet in strijd met het Bouwbesluit 2003 nu daarin een vrijstellingsnorm van 2% van het gebruiksoppervlakte van het gebouw in acht wordt genomen. Het is niet ongebruikelijk dat, door de ligging, koudebruggen voorkomen in een aanbouw/serre. De koudebrug maakt de aanbouw/serre niet ongeschikt voor normaal gebruik.

Daarnaast rechtvaardigt de enkele constatering dat er op enig moment sprake is geweest van vocht als gevolg waarvan stucstopprofielen zijn gecorrodeerd, niet de conclusie dat de aanbouw/serre ongeschikt is voor normaal gebruik. Dat geldt temeer nu uit metingen is gebleken dat het vochtpercentage meevalt.

Dakconstructie aanbouw/serre
Volgens de deskundigen kan het aanwezige metselwerk de daarop rustende belasting uit het platte dak niet adequaat overbrengen. Daarnaast is de balkmaat niet voldoende toereikend voor de overspanning van de aanbouw/serre. Ook zijn de balken en klossen niet op de juiste wijze verankerd.

Het hof oordeelt dat de gebreken met betrekking tot de dakconstructie het normale gebruik van de aanbouw/serre wel belemmeren. Onder normaal gebruik van een woning valt niet alleen te begrijpen dat in die woning kan worden gewoond, maar ook dat dit zonder onaanvaardbare overlast gepaard gaat, en dat de constructieve veiligheid van de woning niet in gevaar komt. Verkoper dient de schade met betrekking tot de dakconstructie te vergoeden.

Hoogte schadevergoeding
Koper heeft een compleet nieuwe aanbouw/serre gebouwd. Hiermee was een bedrag gemoeid van circa € 14.000,-. Voor het herstel van de dakconstructie was een complete verbouwing van de aanbouw/serre niet noodzakelijk. Enkel het aanbrengen van nieuwe balkschoenen en draagbalken was voldoende geweest.

Het hof raamt de kosten voor het monteren van nieuwe balkschoenen en draagbalken op € 1.225,- Door het aanbrengen van de nieuwe draagbalken zou ook het stucwerk van het plafond en de wanden hersteld moeten worden. Het hof raamt de kosten hiervoor op € 1.850,- , derhalve in totaal op € 3.075,-. Verkoper dient dit bedrag te betalen aan koper. Voorts krijgt koper vergoed de kosten voor het inschakelen van een deskundige tot een bedrag van € 600,-.

De uitspraak is te vinden op: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2015:1857




- Pascal de Roo gebruik makend van bron: NVM -

Makkelijker een eigen huis bouwen


Het wordt voor particulieren eenvoudiger om een huis op een vrije kavel te realiseren of een oud gebouw te transformeren naar een eigen woning. Minister Blok (Wonen en Rijksdienst) geeft eigenbouwers meer vrijheid bij het ontwerpen van de woning en om de hoogte van de plafonds of de omvang van badkamer of toilet te bepalen. Dit staat in het gewijzigde bouwbesluit dat per 1 juli van kracht is.

Download: "Publicatie wijzigingen Staatscourant" (pdf, 25 pagina's)
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2015-249.pdf

De eisen voor nieuwe studentenhuisvesting en zorghuisvesting worden ook vereenvoudigd. Zo vervalt de verplichting dat er een balkon of tuin aanwezig moet zijn. Een afsluitbare berging moet geschikt zijn voor fietsen en/of scootmobielen. Voor een studentenwoning wordt de minimale oppervlakte teruggebracht van 18 naar 15 m2. Hierdoor wordt het makkelijker voor investeerders om nieuwe huisvesting voor studenten en ouderen te realiseren.

In samenspraak met organisaties van gehandicapten zijn verder de voorschriften voor de toegankelijkheid van nieuwe gebouwen met een publieksfunctie (zoals een voetbalstadion, bioscoop of theater) aangescherpt. De hoofdingang hoort altijd rolstoeltoegankelijk te zijn. Voor de ruimte binnen in zo’n gebouw moet voortaan 80% toegankelijk zijn, voor winkels wordt dat 60%. Waar deze eisen technisch niet mogelijk zijn blijft de huidige eis van 40% gelden.

Circulaire inwerkingtreding Woningwet 2015 (pdf, 7 pagina's)
MG-circulaire over de inwerkingtreding van de Woningwet 2015, het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV) en de bijbehorende ministeriële regeling per 1 juli 2015. In de circulaire gaat minister Blok (Wonen en Rijksdienst) in op de ontstaansgeschiedenis en inhoud van de nieuwe regelgeving, de overgang naar de nieuwe regelgeving, de status van bestaande MG-circulaires en tot slot op de ondersteuning bij de implementatie van de herziene Woningwet.




- Pascal de Roo gebruik makend van bron: Rijksoverheid -

maandag 22 juni 2015

Huizenkoper kan, met de huidige lage rentestand, 10% minder lenen

Per 1 juli 2015 gaat de maximale hypotheek verder omlaag. Geldverstrekkers zijn dan verplicht om de uitgebreide financieringslasttabel van het NIBUD* te gebruiken. Deze is uitgebreid met 7 extra kolommen waardoor het financieringslastpercentage, ook wel de “woonquote”, het inkomensdeel wat aan wonen mag worden besteed, verder wordt verlaagd.

Vooral met de huidige lage rentestand (momenteel ca. 2,25% voor 10 jaar vast) is het verschil merkbaar. Dat komt omdat het financieringslastpercentage hiervoor in de nieuwe tabel enkele procenten lager ligt. Vrijwel alle inkomenscategorieën kunnen hierdoor ca. 10% minder lenen. Bij een inkomen iets hoger dan modaal, €35.000 bruto inc. vakantiegeld, loopt het verschil al op tot €19.076 minder hypotheek.

Wanneer de hypotheekrente iets zou oplopen en boven de 2,5% uitkomt, dan worden de verschillen kleiner. De huizenkoper kan dan nog ca. 4% minder lenen t.o.v. oude tabel.

Begin 2015 werden de financieringslastpercentages ten opzichte van 2014 ook al verlaagd maar een constant dalende hypotheekrente zorgde er voor dat het maximale hypotheekbedrag redelijk gelijk bleef. Dat zal waarschijnlijk nu niet het geval zijn tenzij de hypotheekrente nog verder daalt.

Meer informatie en een aantal voorbeeldberekeningen vindt u hier:

http://www.zo.nl/hypotheken/online/online-berekenen/maandlastcalculator/




- Pascal de Roo -

Banken kunnen run op hypotheken slecht aan

Het lukt banken niet tot nauwelijks om tijdig een hypotheek te verstrekken. Veel huizenkopers zitten wekenlang in onzekerheid. Reden voor de vertraging is de grote vraag en een fors personeelstekort bij de banken.

De wachttijden bij de banken lopen momenteel snel op omdat de leennormen op 1 juli flink worden aangescherpt, constateren makelaars en hypotheekadviseurs. Starters en kopers kunnen dan gemiddeld vijf procent minder lenen. Ook de grens voor de Nationale Hypotheek Garantie daalt van 265.000 naar 245.000 euro.

Het hypotheekinfarct wordt verergerd door de uiterst lage rentes die het aantrekkelijk maken om de hypotheek over te sluiten. Berichten dat de rentes weer gaan stijgen, hebben de run op de banken nog eens verhevigd.

Onderbezet
Volgens de Rotterdamse makelaar Frits Markus zijn de hypotheekafdelingen van banken chronisch onderbezet. ,,Banken hebben twee jaar geleden veel goede mensen weggestuurd."

Zelf had Markus afgelopen week twee huizenkopers van wie de hypotheek niet tijdig rondkwam. ,,Toen ik een geïrriteerd twitterbericht stuurde, werd ik opeens gebeld en kwam de hypotheek alsnog snel rond."

Hypotheekrente
Vereniging Eigen Huis drukt kopers op het hart een langere termijn te bedingen bij de verkoper om de financiering rond te krijgen. ,,Tot acht weken is niet gek," zegt woordvoerder Hans André de la Porte.

Hij constateert dat banken momenteel flink personeel werven. ,,Als je goed gediplomeerd bent, kom je zo aan de bak. Veel banken hevelen ook tijdelijk personeel over naar de hypotheekverstrekking."

Hypotheekadviseur Jeroen Richter-Uitdenbogaardt uit Wageningen adviseert zijn klanten desnoods een bank te kiezen die wél snel is. ,,Die zijn er namelijk ook." Nadeel is dat dat een minder aantrekkelijke hypotheekrente kan betekenen. ,,Maar dan weet je in ieder geval het op tijd rond is."

Avonden
Banken bevestigen de enorme drukte, maar betwisten die niet aan te kunnen. ,,Ja, wij hebben nieuw personeel nodig," zegt Jeroen van Maarschalkerweerd van ABN Amro. ,,Door mensen op avonden door de week en 's avonds in te vliegen, lukt het ons alle aanvragen op tijd te verwerken."

De bank garandeert dat voor 22 juni ingediende aanvragen, mits correct, voor 1 juli worden verwerkt. ,,Daarna kan het ook lukken, maar vervalt de garantie."

- Pascal de Roo gebruik makend van bron: AD -

woensdag 17 juni 2015

Gaan we er €800,- op vooruit?

Een gemiddeld huishouden met één of twee werkenden gaat er in het nieuwe belastingstelsel 800 euro op vooruit en voor 2016 gaan de lasten met 5 miljard omlaag.







Bronnen bevestigen deze via de NOS uitgelekte plannen voor de veelomvattende belastingherziening.

Het pakket van lastenverlichtingen moet ervoor zorgen dat de koopkracht gemiddeld met 2 procent zal stijgen. Voor de lage inkomens is de stijging van de koopkracht iets hoger dan voor de hogere inkomens.

Het kabinet wil de plannen realiseren door de arbeidskorting te verhogen en middels een verlaging van het belastingtarief voor de middeninkomens: van 42 naar 40 procent.

Ook krijgen gezinnen met lage inkomens en met kinderen tot twaalf jaar een belastingvoordeel en wordt de kinderopvangtoeslag verhoogd. Dit moet 25 tot 50 euro opleveren.

Pakket 1

Volgens de NOS is de lastenverlichting onderdeel van het zogeheten 'pakket 1', oftewel het pakket dat niet onderhandelbaar is.

Over de onderdelen in 'pakket 2' kan wel onderhandeld worden. Dit betreft onder andere het woensdag uitgelekte voornemen om bij veel goederen en diensten de btw te verhogen naar 21 procent.

Veel belangengroepen reageerden furieus, omdat veel dingen zoals de kapper hierdoor duurder worden. Het kabinet wil met deze opbrengsten de lasten op arbeid verlagen.

Openbaarmaking

Op het ministerie van Financiën werd woensdagavond door vertegenwoordigers van coalitie en oppositie gesproken over de belastingherziening.

Na afloop werd duidelijk dat het kabinet met een brief komt met de hoofdlijnen van het maandag bereikte akkoord tussen VVD en PvdA. Dit was voor veel partijen een voorwaarde om te gaan praten.

De oppositie drong al langer aan op openbaarmaking van het akkoord. De coalitie wilde echter niets openbaar maken voordat er een overeenkomst was met de oppositie, omdat dit de kans op een akkoord zou verkleinen.

Zodra het kabinet de hoofdlijnenbrief naar de Kamer heeft gestuurd, zal hierover een debat worden gevoerd.

Optimistisch

De coalitiepartijen toonden zich na afloop van het overleg optimistisch er met de partijen uit te kunnen komen. PvdA-leider Diederik Samsom: "Het gesprek verliep in een goede sfeer. Ik denk dat het wel gaat lukken."

Halbe Zijlstra (VVD): "Op basis van dit overleg is er voldoende vertrouwen dat we een werkbare meerderheid kunnen vinden in de Tweede en Eerste Kamer." Premier Mark Rutte en staatssecretaris Eric Wiebes (Financiën) zeiden woordelijk hetzelfde.

De oppositiepartijen reageerden echter verdeeld. D66, ChristenUnie, GroenLinks en SGP zijn tevreden dat de plannen in een brief naar de Kamer gaan. "Er komt een brief, dat is winst", zei Jesse Klaver (GroenLinks).

Het CDA was minder positief. Fractieleider Sybrand Buma hekelde het feit dat er delen van het plan zijn gelekt naar de media. "Breng het hele verhaal naar buiten", aldus Buma. Hij heeft wel de intentie om verder te praten.

Zijlstra en Rutte benadrukten wel de verdere onderhandelingen "in vertrouwen" te willen voeren.

Overleg

Bij het overleg op Financiën zat vanuit het kabinet naast Rutte en Wiebes ook vicepremier Lodewijk Asscher. Vanuit de Kamer waren verder ook Alexander Pechtold (D66), Arie Slob (D66) en Kees van der Staaij (SGP) aanwezig.

Henk Krol (50Plus) schoof ook aan, maar vertrok na een kwartier weer, omdat hij niet mee wilde werken aan geheimhouding.

De SP sloeg de uitnodiging van Wiebes af. Partijleider Emile Roemer voelde er niets voor om te onderhandelen in "de achterkamertjes".




- Pascal de Roo gebruik makend van bron: NU.nl -

Consument blijft optimistisch over woningmarkt

Het consumentenvertrouwen in de woningmarkt houdt onverminderd aan. Dit blijkt uit de jongste stand van de Eigen Huis Marktindicator.

De stemmingsgraadmeter van de woningmarkt kwam in mei uit op 105 punten, tegen een normaalwaarde van 100. Dit is een evenaring van de recordwaarde die de Marktindicator in december vorig jaar bereikte. In de tussenliggende maanden bleef de wijzer stabiel boven de 100-puntengrens.




Het aanhoudende vertrouwen in de woningmarkt is vooral te danken aan de historisch lage hypotheekrente. Daarnaast waarderen consumenten de relatief betaalbare huizenprijzen en het ruime koopwoningaanbod.

Verwachtingen

Bijna de helft van de Nederlanders verwacht dat de lage hypotheekrente op peil blijft of zelfs verder daalt. Ruim een kwart van de bevolking rekent daarentegen op een rentestijging. Hoe de markt en het consumentenvertrouwen daarop zullen reageren, is niet te zeggen. De rente loopt momenteel iets op, maar is historisch gezien nog steeds erg laag.

Wel verwachten steeds meer Nederlanders (61 %) dat de huizenprijzen het komende jaar iets toenemen. Vorig jaar mei was nog 41 % van de ondervraagden die mening toegedaan. Een ruime meerderheid verwachtte destijds eerder een verder prijsdaling of -stabilisatie.

Gevolgen wijzigingen

Een andere mogelijke aanleiding voor het aanhoudende consumentenvertrouwen, is dat veel kopers de nieuwe, strengere leennormen per 1 juli voor willen zijn. Vanaf die datum gaat ook de kostengrens van de Nationale Hypotheek Garantie omlaag van € 265.000 nu naar € 245.000. Ten slotte wordt ook het lage btw-tarief over de loonkosten bij onderhoud of verbouwingen teruggeschroefd naar 21 %.

Of deze wijzingen gevolgen hebben voor het consumentenvertrouwen in de woningmarkt, zal de junimeting van de Eigen Huis Marktindicator moeten uitwijzen.


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: VEH -

woensdag 10 juni 2015

Restschuld financieren blijft lastig


Huiseigenaren kunnen een restschuld die overblijft na verkoop van hun woning steeds vaker onderbrengen in nieuwe hypotheken. Bij sommige geldverstrekkers is herfinancieren echter nog niet mogelijk en een aantal grote marktpartijen wijst een schuld met Nationale Hypotheek Garantie af.

Dat blijkt uit een marktpeiling van Vereniging Eigen Huis (VEH).
Onder meer geldverstrekkers Syntrus Achmea, Lloyds Bank en Argenta bieden nog geen mogelijkheid een restschuld mee te financieren in een nieuwe hypotheek.

Nationale-Nederlanden en Delta Lloyd zijn alleen bereid een restschuldlening te verstrekken als de klant afziet van de NHG. Dat kan volgens VEH leiden tot een hogere rente. De vereniging roept de twee verzekeraars in een brief op de ''klantonvriendelijke voorwaarde'' te schrappen.
Er zijn nu overigens wel meer verzekeraars dan vorig jaar die mogelijkheden voor restschuldfinanciering aanbieden, aldus de VEH. ''Maar ze lopen nog achter bij een aantal grote banken, die steeds vaker niet alleen bestaande klanten aanbieden om een restschuld mee te financieren, maar ook nieuwe klanten'', aldus de organisatie.

Weinig animo
De belangstelling van huiseigenaren voor restschuldfinanciering is nog beperkt, merkt de VEH op. Daarbij wordt gewezen naar data van NHG, waaruit blijkt dat vorig jaar 437 huizenkopers gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid. ''Het animo neemt dit jaar wel wat toe, in het eerste kwartaal van 2015 noteerde NHG 233 aangemelde garanties met een meegefinancierde restschuld'', aldus de Vereniging Eigen Huis.



- Pascal de Roo gebruik makend van bron: NU.nl -

dinsdag 9 juni 2015

Versnelde verhoging AOW-leeftijd een feit

Op 2 juni 2015 nam de Eerste Kamer het wetsvoorstel “Versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd” aan. Vanaf 2016 gaat de AOW-leeftijd geleidelijk omhoog naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Daarna vindt koppeling plaats aan de stijging van de levensverwachting.

Versnelde verhoging AOW

De Tweede Kamer stemde op 26 maart in met de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd. Dit wetsvoorstel wijzigt de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP). Het wetsvoorstel geeft uitvoering aan het regeerakkoord van het Kabinet Rutte II. Daarin is opgenomen dat de AOW-leeftijd vanaf 2016 geleidelijk wordt verhoogd naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021 en vervolgens gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Commentaar

De versnelde verhoging van de AOW-leeftijd heeft tot gevolg dat in 2016 de AOW-leeftijd 65 jaar en zes maanden is. In respectievelijk 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021 is de AOW-leeftijd 65 jaar en negen maanden, 66 jaar, 66 jaar en vier maanden, 66 jaar en acht maanden en 67 jaar.

Voor iemand die geboren is op 1 januari 1955 (op 1 januari 2015 60 jaar) zal de AOW tenminste zes maanden later ingaan dan nu. Volgens de huidige wetgeving zou zijn AOW namelijk ingaan op 66 jaar en zes maanden. Volgens de versnelde opbouw wordt de AOW-ingangsdatum voor hem tenminste 67 jaar. En met ingang van 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting Voor een gehuwde AOW-er betekent dit een overbrugging van bijna € 5.000. Een ongehuwde moet hierdoor bijna € 10.000 overbruggen. Voor deze extra overbruggingsperiode heeft die 60-plusser minder dan vijf jaar om voor te sparen! 

zondag 7 juni 2015

Veel mensen met inkomensterugval

Een kwart van de Nederlanders heeft de afgelopen drie jaar een forse inkomensterugval meegemaakt.

De belangrijkste redenen voor deze achteruitgang zijn werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of een andere baan met minder salaris. Bij de meesten daalde het inkomen tussen de 15 en 30%. Bijna de helft komt na de inkomensterugval moeilijk rond en is de grip op zijn financiën kwijt. Dit blijkt uit het onderzoek 'Minder Geld, hoe huishoudens omgaan met een inkomensdaling' van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) in opdracht van de campagne Doen&Later.
Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat mensen die zich niet voorbereiden op een terugval twee keer zo vaak financiële problemen krijgen als mensen die zich wel voorbereiden. Zonder voorbereiding komen ze na de terugval moeilijker rond, hebben ze minder grip op de financiële situatie en hebben ze meer betalingsachterstanden.

Werkloosheid hoofdreden van inkomensdaling

De belangrijkste reden voor de daling van het inkomen is werkloos raken (35%). Andere redenen zijn arbeidsongeschiktheid/langdurige ziekte (18%) en een andere baan met lager salaris (16%).

Inkomensdaling van 15% tot 30%
Bij de meeste huishoudens (40%) daalde het inkomen tussen 15 en 30% ten opzichte van het vorige inkomen. Een kwart had een daling van 15% en een derde had een daling van meer dan 30%. Voor 60% van de huishoudens met een inkomen tot 2000 euro netto per maand betekent dit een achteruitgang van maximaal 400 euro. Driekwart van de huishoudens met een inkomen tussen 2000 en 3000 euro netto per maand ging er 400 euro of meer op achteruit. En 40% van de huishoudens met een inkomen hoger dan 3000 euro netto per maand leverde meer dan 800 euro in.

Geen grip op geld na inkomensterugval

Na de inkomensterugval is de helft van de mensen de grip op zijn financiën kwijt. Ze komen veel moeilijker rond en hebben te maken met een of meerdere vormen van betalingsachterstanden (roodstand, aanmaningen, geen geld kunnen opnemen). Ook heeft 40% na de inkomensterugval geen spaargeld meer, tegen 25% die dat vooraf al niet had.

40% bereidt zich voor

Twee op de vijf mensen heeft zich voorbereid op de inkomensterugval. Zij deden dit door minder uit te geven, abonnementen en contracten op te zeggen, de financiën op een rij te zetten en extra te sparen. Mensen die zich voorbereiden komen na de inkomensdaling makkelijker rond, hebben minder financiële problemen en hebben ook meer spaargeld. Driekwart van hen geeft aan grip te hebben op de financiën, tegen 42% die zich niet heeft voorbereid.

Voorbereiden op inkomensterugval loont

Het Nibud is onder de indruk van de impact die wel of geen voorbereiding op de inkomensterugval heeft. Mensen die niet zich niet voorbereiden, krijgen twee keer zo vaak financiële problemen als mensen die dat wel doen. De reden en de hoogte van de inkomensdaling, en de hoogte van het inkomen hebben geen invloed op het hebben van grip op de financiën na de inkomensdaling.




Nibud juni 2015

Hoe bereid je je voor?

Het Nibud vindt het opvallend om te zien dat maar liefst 30% van de mensen die zich niet hadden voorbereid, geen idee heeft hoe zij zich hadden moeten voorbereiden. En een derde van de mensen vindt achteraf gezien dat ze meer hadden moeten doen. Reden voor het Nibud om meer voorlichting te gaan geven over financiële voorbereiding op een mogelijke inkomensachteruitgang. Het Nibud raadt mensen aan om óók als er niets aan de hand is, inzicht te krijgen in de gevolgen van bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid of langdurige ziekte. Het kan namelijk iedereen overkomen. Als de consument hier al een keer over nagedacht heeft, kan hij daar makkelijker op inspelen als er daadwerkelijk iets met hem gebeurt.

Stappenplan voorbereid zijn op inkomensterugval

1) Bedenk hoeveel uw inkomen kan dalen.
2) Zet uw uitgaven op een rij.
3) Bereken uw financiële speelruimte.
4) Spaar maandelijks een vast bedrag.

Achtergronden bij het onderzoek

Voor het onderzoek 'Minder Geld, hoe huishoudens zich voorbereiden op een inkomensdaling' hebben 1959 respondenten een online vragenlijst ingevuld, van wie 27% een inkomensterugval heeft meegemaakt. De respondenten zijn geworven via het panel StemPunt van Motivaction. Het onderzoek is representatief voor de Nederlandse bevolking tussen de 35 en 55 jaar. Het veldwerk is uitgevoerd van 26 maart tot en met 9 april 2015. Het onderzoek is gehouden in opdracht van Doen & Later, een bewustwordingscampagne van banken en verzekeraars om mensen na te laten denken over de toekomst.

Achtergrond campagne Doen & Later

Doen&Later, een campagne van Rabobank, PGGM, Espria, Zilveren Kruis en CZ, wil mensen bewuster maken van de impact van hun keuzes op hun oude dag. De initiatiefnemers begonnen deze campagne omdat mensen zich wel zorgen maken over de toekomst, maar vaak weinig inzicht hebben in de gevolgen van hun keuzes. Daarom bereiden ze zich vaak niet voor op de toekomst, terwijl er steeds meer mogelijkheden zijn om keuzes te maken in pensioen, woning, gezondheid en zorgvoorzieningen. Zo kunnen mensen zich beter voorbereiden op onverwachte gebeurtenissen, zoals een inkomensterugval.


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: Nibud -