woensdag 28 mei 2014

Wat gaat er allemaal wijzigen mbt de pensioenregelingen?

De Eerste Kamer heeft zojuist ingestemd met de verlaging van het Witteveenkader per 1 januari 2015. Hieronder nog even in het kort de wijzigingen.
  • Het nieuwe uitgangspunt voor de pensioenopbouw is dat in 40 jaar een pensioen van 75% van het gemiddelde verdiende loon wordt opgebouwd. Daarbij zijn de opbouwpercentages per dienstjaar 1,875% voor middelloon en 1,657% voor eindloon.
  • De maximumopbouw voor het partner- en wezenpensioen wordt gelijkwaardig verlaagd;
  • Voor beschikbare premieregelingen gelden nieuwe (uitsluitend netto) staffels. Deze zijn al gepubliceerd.
  • Het pensioengevend loon wordt gemaximeerd op € 100.000 (aftoppingsgrens). De aftoppingsgrens wordt jaarlijks verhoogd volgens de contractloonontwikkelingscorrectie. Dit is de mate waarin het wettelijk minimumloon in een kalenderjaar is gestegen;
  • De aftoppingsgrens van € 100.000 geldt niet voor arbeidsongeschiktheidspensioen;
  • Voor verzekerde regelingen die op 31 december 2014 of eerder door arbeidsongeschiktheid (geheel of gedeeltelijk) premievrij zijn, verandert de pensioenopbouw voor het vrijgestelde deel niet;
  • Er gaat een nieuwe, lagere fiscaal minimale franchise gelden. Deze is gebaseerd op 100/75 van de enkelvoudige AOW voor een gehuwde, inclusief vakantietoeslag. Een lagere dan fiscaal minimaal voorgeschreven franchise blijft mogelijk, als de jaarlijkse opbouw lager dan fiscaal maximaal is;
  • De toets op actueel loon op eventmomenten en de overige voorwaarden, die gelden bij een 3% rekenrentestaffel, blijven gehandhaafd.
Beperking van FOR dotatie en lijfrenteaftrek
  • De fiscale oudedagsreserve (FOR) en de lijfrenteaftrek worden in lijn met verlaagde pensioenopbouw in de tweede pijler aangepast. Voor de FOR is de maximale toevoeging 9,8% van de winst, maar niet meer dan € 8.640 (2015). De berekening van de jaarruimte voor de lijfrenteaftrek luidt: (13,8% x premiegrondslag) – (6,5 x factor A) – FOR dotatie;
  • Voor de premiegrondslag in de jaarruimteberekening geldt dat het inkomen van maximaal € 100.000 in aanmerking wordt genomen. Het inkomen voor de premiegrondslag wordt verminderd met een bedrag van € 11.829 (2015). Hierdoor is de premiegrondslag nooit meer dan € 100.000 min € 11.829 = € 88.171;
  • De inkomensgrens van € 100.000 waarop de lijfrenteaftrek wordt gebaseerd, wordt jaarlijks verhoogd op basis van de contractloonontwikkelingscorrectie.
Netto lijfrente in de derde pijler voor het inkomen boven € 100.000,--
  • Voor het inkomen boven de aftoppingsgrens van € 100.000 komt een nieuwe spaarmogelijkheid op vrijwillige basis: de netto lijfrente. Deze netto lijfrente is grotendeels vergelijkbaar met een jaarlijkse bruto pensioenopbouw van 1,875% van het gemiddeld verdiende inkomen boven de aftoppingsgrens;
  • De maximaal beschikbare premie voor de netto lijfrente is leeftijdsafhankelijk. Het uitgangspunt is het meest recente staffelbesluit voor pensioenregelingen op basis van een beschikbare premie. De hoogste staffelpercentages (staffel IV, maar alleen op basis van een rekenrente van 4%) moeten worden vermenigvuldigd met 0,48 en met het inkomen boven de aftoppingsgrens van € 100.000;
  • De premie is niet aftrekbaar en wordt betaald vanuit het netto loon;
  • De aanspraak (de netto lijfrente) is vrijgesteld in box 3. De uitkering uit die aanspraak is niet belast in box 1;
  • Afkoop van de netto lijfrente is niet toegestaan. Bij schending van de lijfrentevoorwaarden vervalt de vrijstelling in box 3 voor de gehele netto lijfrente-aanspraak;
  • De uitkeringen moeten voldoen aan de bestaande fiscale voorwaarden voor een (tijdelijke) oudedagslijfrente;
  • De netto lijfrente kan alleen worden uitgevoerd door een verzekeraar (lijfrenteverzekering), bank (lijfrenterekening) of beleggingsinstelling (lijfrentebeleggingsrecht);
  • Er is geen acceptatieplicht voor nettolijfrenteproducten:
  • Later volgt op deze plek informatie over de nettopensioen regeling tweede pijler;
  • Voor het nettopensioen producten is er wel een acceptatieplicht.
Voor elke werkgever, deelnemersraad en ondernemingsraad belangrijke aanpassingen. De compensatie discussie zal nu snel op gang komen.


Met dank aan Gerrit-Jan Doorneweerd

maandag 26 mei 2014

Gaat u uw hypotheek oversluiten naar een andere bank?

Stel u heeft een hypothecaire geldlening waarvan de rentevaste periode binnenkort gaat aflopen en u voornemens bent de bestaande hypothecaire geldlening over te sluiten naar een andere aanbieder.

Uw adviseur zal dan waarschijnlijk een aantal hypotheekoffertes opvragen, maar stel nu dat gedurende het traject blijkt dat er vertraging in uw nieuwe dossier zit, bv omdat er een aantal BKR-noteringen staan of dat de financiële situatie enigszins onzeker is.
Dan adviseren wij u de rente van zijn bestaande hypothecaire geldlening op variabel te zetten.
Als u namelijk ruim na afloop van de rentevast periode van uw eerste hypotheek pas het nieuwe dossier klaar heeft, ziet zich u zich geconfronteerd met een boete wegens vervroegde aflossing.

Als u het rentetarief op variabel zet, kunt u hoge boete voorkomen. 

Knip partnerpensioen toegestaan

Tijdens de plenaire behandeling op 20 mei 2014 van de in de aanhef genoemde wetsvoorstellen in de Kamer gevraagd naar de gevolgen voor het partnerpensioen van de voorgestelde aftopping van het pensioengevend loon op € 100.000. In een Kamerbrief geeft Staatssecretaris van Financiën E. Wiebes een reactie.

"De voorgestelde aftopping heeft – zoals tevens geldt voor het ouderdomspensioen – ook gevolgen voor de omvang van het vanaf 1 januari 2015 toe te kennen partnerpensioen. De aftopping van het pensioengevend loon heeft echter geen gevolgen voor het op 1 januari 2015 reeds opgebouwde partnerpensioen. Dit vloeit voort uit het voorgestelde artikel 38m van de Wet op de loonbelasting 1964. Dat artikel regelt dat het partnerpensioen de maxima zoals opgenomen in artikel 18b van de Wet op de loonbelasting 1964 kan overschrijden voor zover dat het gevolg is van het feit dat de in artikel 18ga opgenomen maximering van het pensioengevend loon tot 1 januari 2015 niet van toepassing is.

Voor een partnerpensioen op risicobasis kan gebruik gemaakt worden van de 'risicopartnerpensioenknip' zoals reeds goedgekeurd in het beleidsbesluit van 20 december 2013, nr. BLKB2013/2199M.

In dat beleidsbesluit sta ik met het oog op een redelijke wetstoepassing toe dat voor de toezegging van een partnerpensioen op risicobasis het fiscale kader voor pensioenopbouw van toepassing blijft zoals dit van toepassing was tot de datum van invoering van een beperking van het fiscale kader voor pensioenopbouw. Hierbij is, naast het vóór de beperking geldende opbouwpercentage, tevens het pensioengevend loon op het moment voorafgaande aan de invoering van de beperking bepalend. Op basis van deze toezegging kan voor het partnerpensioen op risicobasis voor de dienstjaren gelegen vóór 1 januari 2015 worden uitgegaan van het genoten pensioengevend loon, zonder dat rekening gehouden hoeft te worden met de aftopping van het pensioengevend loon. De in te voeren aftopping zal wel gelden voor het partnerpensioen (zowel kapitaalgedekt als op risicobasis) over de dienstjaren na 1 januari 2015.

De aftopping van het pensioengevend loon is ook van toepassing voor het bij overlijden van de werknemer voor de pensioendatum toe te kennen partnerpensioen over ontbrekende dienstjaren en/of bereikbaar pensioengevend loon. Ingeval een werknemer deze beperking van het partnerpensioen bij vooroverlijden ongewenst acht, zal hij hiervoor zelf een voorziening moeten treffen, al dan niet via de nettolijfrente. Dat kan in de praktijk met zich meebrengen dat voor nieuw af te sluiten verzekeringen een medische keuring wordt gevraagd, maar dat hoeft niet. Ongeacht of een dergelijke verzekering wordt gesloten zal de aftopping niet het tot 1 januari 2015 opgebouwde partnerpensioen raken. Dat geldt ook voor partnerpensioen dat op risicobasis is toegezegd."

Bron: Rijksoverheid

woensdag 21 mei 2014

Profiteer komende maand nog van de (hogere) NHG

Op 1 juli gaat de kostengrens voor het afsluiten van een hypotheek met NHG omlaag van € 290.000 naar € 265.000. Omdat NHG bij de aankoop van een woning uitgaat van 6% bijkomende kosten, betekent dit dat de maximale koopsom inclusief verbouwingskosten maximaal € 250.000 mag zijn. Bijkomende kosten zijn notariskosten, afsluitprovisie, overdrachtsbelasting e.d.

De nieuwe kostengrens geldt voor hypotheken met een offertedatum op of na 1 juli 2014. Voor offertes tot en met 30 juni geldt de kostengrens van € 290.000 met een bijbehorende maximale koopsom van € 273.584,90.

Bereken hier hoeveel u maximaal met NHG kun lenen




- Pascal de Roo gebruik makend van bron:

Huren gaan fors omhoog

Tot 2018 gaat het om een stijging van gemiddeld 4,2 procent per jaar. Daarmee gaat de gemiddelde maandhuur omhoog van 466 euro in 2013 naar 572 euro in 2018.

De hogere huren komen vooral voor rekening van nieuwe huurders. Voor zittende huurders van sociale woningen gaan de huren gemiddeld 3,1 procent per jaar omhoog.

Het Waarborgfonds vraagt zich af of de huurverhogingen wel zijn te realiseren omdat een fors aantal huurders volgens cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) onder de armoedegrens leeft.

Beslag
Volgens het Waarborgfonds leggen met name de zogenoemde verhuurderheffing die het kabinet de woningcorporaties heeft opgelegd, en de verwachte vennootschapsbelasting een aanzienlijk beslag op de inkomsten van de corporaties. Zij proberen dat te compenseren door minder nieuwbouwwoningen te bouwen, de huren te verhogen en de kosten te verlagen.

''Op het eerste gezicht lijken deze maatregelen de financiële positie van de sector als geheel te herstellen. Tegelijkertijd verslechtert echter de betaalbaarheid van de sociale huurwoningen en veroudert de woningvoorraad'', aldus het Waarborgfonds.


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: ANP -

30% van de woningbezitters heeft geen geld voor onderhoud

Drie van de tien Nederlanders heeft niet voldoende financiële ruimte voor verbetering van het huis. Toch vindt ruim de helft van de Nederlanders (57%) een eigen huis een goede investering voor de toekomst.


Dit blijkt uit het woononderzoek dat BLG Wonen in het kader van haar 60-jarig bestaan liet uitvoeren door GFK. Directeur Rein Wispelweij: “Financieel woonadvies moet dus verder gaan dan alleen de hypotheek. Maar ook gaan over bijvoorbeeld het verbeteren of onderhouden van een huis”.

Wonen betekent voor mensen veel meer dan alleen een dak boven het hoofd. Zo denkt 48% van de ruim 2.000 ondervraagden bij wonen aan het begrip gezin/familie en 40% aan veiligheid of gezelligheid (37%). Ruim vier op de vijf consumenten is zeer tevreden over de eigen woonsituatie.

Consumenten waarderen aan de eigen woning vooral een goede ligging, voldoende voorzieningen in de buurt, goed woonoppervlak en aantrekkelijke woonkosten. 75% vindt dat een eigen woning wel om toewijding en zorg vraagt.

Waarden van eigen huis
Wispelweij: “Consumenten zouden moeten kijken hoe zij hun woning duurzamer kunnen maken en kunnen investeren in onderhoud. Dat maakt dat consumenten ook in de toekomst met plezier kunnen wonen.”

Geen geld voor onderhoud
Bij een financiële meevaller zou 19% dat besteden aan een nieuwe badkamer. Ook het opnieuw inrichten van de woning of een nieuwe keuken zijn populair. Toch heeft 30% van de Nederlanders niet voldoende financiële ruimte voor het verbeteren van zijn huidige woning. Ook blijken de meningen verdeeld als het gaat om het wel of niet inbrengen van spaargeld. “Consumenten zien dat een huis om toewijding vraagt, maar weten nog niet altijd hun woonwensen met hun eigen financiën te matchen. Daar ligt een taak voor adviseurs weggelegd”, aldus Wispelweij.

Top 5 tevreden met de eigen woonsituatie
1. Goede ligging (34%)
2. Voldoende aanbod voorzieningen in de buurt (18%)
3. Goed woonoppervlakte (15%)
4. Aantrekkelijke woonkosten (13%)
5. Buren (7%)


Zou het niet wenselijker en ook handiger voor geldverstrekkers zijn, als hypotheekgevers verplicht een klein percentage van de waarde van hun huis, in een "spaar"depot bij de bank moeten aanleggen? Binnen een actieve VVE gebeurd dit natuurlijk al, dus waarom niet bij slapende VVE en grondgebonden woningen?



- Pascal de Roo gebruik makend van bron: BLG -

woensdag 14 mei 2014

woningcorporaties en woningbeleggers, uw verkopen ZO geregeld

Verkoopdienst voor woningcorporaties en woningbeleggers, van 5 tot 500 panden kunnen tegen een vast laag tarief gebruik maken van ZO makelaars.





Via ons online woningmanagementsysteem; kan men de voortgang van alle te koop staande woningen van een belegger of corporatie volgen, dus ook buiten de regio Haaglanden.

“Het gaat soms om honderden huizen per jaar. Dan is het prettig wanneer dat vanuit één systeem is te managen, te monitoren en te analyseren."

Meer weten?
Neem contact op met Pascal de Roo, 015-2129988






donderdag 1 mei 2014

Nationale Hypotheek Garantie wijzigt per 1 juli 2014


De grens van de Nationale Hypotheek Garantie wordt per 1 juli 2014 verlaagd van 290.000 euro naar 265.000 euro.

Wanneer je een hypotheek met NHG afsluit, betaal je een lagere hypotheekrente. Die rentekorting kan oplopen tot 0,6 procent. Dat kan vele euro’s per maand schelen. NHG is mogelijk bij de aankoop en/of de verbetering van je woning.

De wijziging van de NHG-grens kan gevolgen hebben bij de zoektocht naar een nieuwe woning. De financiële ruimte wordt immers kleiner. De wijziging zorgt er namelijk voor dat de maximale koopsom van een woning wordt verlaagd naar 250.000 euro. Tot 1 juli 2014 kan gebruik gemaakt worden van de voordelen van NHG met een maximale koopsom van 273.584 euro.

Rekenvoorbeelden

NHG-grens voor 1 juli 2014
Jolanda en Jan hebben een woning met een koopsom van 273.584 euro op het oog. Als zij voor 1 juli 2014 een hypotheek afsluiten met NHG, kunnen zij 284.527 euro lenen.

NHG-grens na 1 juli 2014
Voor dezelfde woning kunnen Jolanda en Jan geen NHG hypotheek meer afsluiten. Aan koopsom kunnen zij in totaal slechts 250.000 euro besteden. Met NHG kunnen zij dan maximaal een hypotheek van 260.000 euro afsluiten.

Met de nieuwe wettelijke regels is het niet meer mogelijk om bij de aankoop van een woning alle bijkomende kosten in je hypotheek op te nemen. Dit betekent dat hoewel de NHG grens 265.000 euro is, je bij de maximale koopsom van 250.000 euro niet meer dan 260.000 euro kunt lenen. Hierdoor zal je zal dus altijd eigen geld moeten inbrengen.

Profiteer tot 1 juli van de ruimere kostengrens van NHG.







- Pascal de Roo gebruik makend van bron: hypotheker -