donderdag 29 januari 2015

Dekkingstekort bij vier van vijf grootste pensioenfondsen

Vier van de vijf grootste bedrijfstakpensioenfondsen hebben per 31 december 2014 een dekkingstekort. Dat betekent dat hun dekkingsgraad lager is dan de minimaal vereiste 104,2 procent.
Dat maken de pensioenfondsen vrijdag bekend.

Dat beeld geldt waarschijnlijk ook voor veel andere fondsen die hun cijfers nog niet gepubliceerd hebben, zo verwacht koepelorganisatie Pensioenfederatie.

Het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (Bpfbouw) is het enige grote fonds dat boven het minimum uitkomt.

ABP

ABP zag de dekkingsgraad de afgelopen drie maanden met 0,2 procentpunt afnemen tot 101,1 procent. De bedrijfstakpensioenfonds voor overheids- en onderwijsinstellingen, met 2,8 miljoen deelnemers, heeft daarmee een dekkingsgraad die 3,1 procentpunt onder het wettelijke minimum ligt.

De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre fondsen aan hun toekomstige betalingsverplichtingen kunnen voldoen.

"Het vermogen van ABP is dit kwartaal met ruim 9 miljard euro toegenomen", zegt vicevoorzitter Cees de Veer. "De dekkingsgraad is desondanks gedaald, omdat de rente, waarmee de verplichtingen worden berekend, wederom is gedaald."

Lage rente

De lage rente zorgt ervoor dat veel pensioenfondsen, ondanks de gestegen rendementen, onvoldoende middelen beschikbaar hebben om aan hun langetermijnverplichtingen te voldoen.

ABP zegt op dit moment geen maatregelen te hoeven nemen die de deelnemers in het fonds treffen, "maar de verwachte ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2015 baart ons zorgen", aldus De Veer.

Als de huidige marktomstandigheden gelijk blijven, moeten de pensioenfondsen volgens de Pensioenfederatie rekening houden met verdere dalingen. "De dekkingsgraden van veel pensioenfondsen staan onder druk", zegt Gert Kloosterboer van de Pensioenfederatie.

Metaal

De dekkingsgraad van het Pensioenfonds van de Metalelektro (PME), met 630.000 deelnemers, daalde in het vierde kwartaal van 102,6 procent naar 102 procent.

Franswillem Briët, de voorzitter PME, vindt dat het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) de problemen voor de pensioenfondsen vergroot.

"Met name de bewust laag gehouden rente is een sta-in-de-weg voor het herstel van de financiële positie van pensioenfondsen", zegt hij. "Ik kan daarom wel blij zijn met een jaarrendement van 17,8 procent, maar het is toch nog onvoldoende."

Zorg

Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), met ruim twee miljoen deelnemers, zag de dekkingsgraad in het vierde kwartaal dalen van 105 procent naar 102 procent. De positieve beleggingsrendementen konden de toename van de verplichtingen, door de verder gedaalde rente, onvoldoende compenseren.

"Dit betekent voor 2015 dat we de pensioenen niet met de koopkracht mee kunnen laten groeien", aldus directeur Peter Borgdorff. "Goed nieuws is dat we de premie in 2015 wel een beetje kunnen verlagen."

Metaal

De dekkingsgraad van Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT), met ruim een miljoen deelnemers, staat per 31 december 2014 op 103 procent, 0,2 procentpunt hoger dan in het derde kwartaal.

PMT sluit het jaar wel af met een behaald rendement van 20,6 procent. Door de sterk gedaalde rente zijn de verplichtingen echter verdubbeld ten opzichte van 2008, zo meldt het fonds.

"Onze gepensioneerden en werknemers maken zich zorgen over de waarde van hun pensioen en over eventuele nieuwe kortingen. Het ECB-beleid maakt het urgenter de boekhoudvoorschriften voor pensioenfondsen te herzien", aldus Benne van Popta, voorzitter van PMT.

Bouw

De dekkingsgraad van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (Bpfbouw), met ruim 806.000 deelnemers, bedraagt 114,5 procent, dat is 0,7 procentpunt hoger dan eind september 2014. Bpfbouw is daarmee het enige fonds van de vijf grootste pensioenfondsen dat een dekkingsgraad heeft boven het vereiste minimum.

Het vermogen van Bpfbouw is in het vierde kwartaal is gestegen met ongeveer 2,75 miljard euro. De totale verplichtingen zijn met 2,16 miljard euro toegenomen.

Rekenmethode

Sinds 1 januari mogen de pensioenfondsen niet meer rekenen met de zogenoemde driemaands middeling, daardoor daalde de gemiddelde dekkingsgraad over 2014 tot 103 procent.

Om de huidige cijfers te kunnen vergelijken met de eerdere kwartalen van 2014, wordt de oude rekenmethode echter wel als eerste vermeld.

In het nieuwe Financiële Toetsingskader (nFTK) is de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste twaalf maanden leidend (beleidsdekkingsgraad). Per eind december 2014 is dat 110 procent.

ABP komt in de nieuwe methode uit op een dekkingsgraad van 104,7 procent. Voor PME is dat 104,1 procent.


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: NU.nl -

zaterdag 24 januari 2015

pensioenpotje moet persoonlijker

SER vindt dat pensioenpotje persoonlijker moet worden, ZO vermogensadviseur Pascal Berends is het daar mee eens.




Werknemers moeten in de toekomst een persoonlijk pensioenpotje gaan opbouwen. De doorsneepremie, waardoor jongeren meebetalen aan de oudedagsvoorziening van ouderen, moet verdwijnen.
Maar om risico's zoveel mogelijk samen te delen, moet het nieuwe pensioensysteem wel collectieve elementen blijven houden.

Dat staat in een ontwerpadvies van de Sociaal-Economische Raad (SER) aan staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken). De SER, een adviesorgaan van werkgevers, vakbonden en onafhankelijke deskundigen, wil zijn ideeën de komende tijd uitwerken.

Het adviesorgaan heeft ook gekeken naar andere varianten, zoals een geheel vrijwillige regeling of een nationale pensioenregeling, maar die zijn afgevallen.

Pensioenuitkering

In het huidige pensioenstelsel sparen werknemers via hun werkgever voor een aanvullend pensioen, naast hun AOW. In de meeste cao's gebeurt dat verplicht. De pensioenfondsen, die bestuurd worden door bonden en werkgevers, garanderen een bepaalde pensioenuitkering als iemand zijn pensioenleeftijd heeft bereikt.

De afgelopen jaren is echter gebleken dat die garanties niet altijd waar te maken zijn. Pensioenfondsen kwamen door de financiële crisis en door de stijgende levensverwachtingen in de problemen. Ze konden daardoor hun pensioenen niet meer jaarlijks aan het prijspeil aanpassen. In een aantal gevallen moesten ze zelfs verlagen.

Aanpassingen

Omdat de pensioenen onder druk staan, zijn er aanpassingen nodig, zegt de SER. Bovendien hebben mensen behoefte aan meer keuzevrijheid. Ook moet het nieuwe pensioenstelsel rekening houden met veranderingen in de arbeidsmarkt.

Zo wisselen werknemers vaker van baan dan vroeger en komen er ook steeds meer zzp'ers. Het pensioensparen moet daarom veel persoonlijker worden: iedereen bouwt zijn eigen pensioenvermogen op, maar de risico's worden wel collectief gedeeld.

Klijnsma komt nog voor de zomer met voorstellen over hoe het pensioenstelsel kan veranderen. Ze heeft de afgelopen maanden adviezen ingewonnen van belanghebbenden. Ze wil nu nog wachten op het oordeel van de SER en het Centraal Planbureau.




- Pascal de Roo gebruik makend van bron: ANP -

donderdag 22 januari 2015

Klopt jouw WOZ waarde?

U heeft de nieuwe WOZ-waarde van uw woning per 1 januari 2014 ontvangen. U vraagt zich af of de opgegeven waarde-ontwikkeling wel reëel is geweest. Dus bent u op zoek naar cijfers, die iets zeggen over de waarde-ontwikkeling van woningen.

De NVM biedt u een overzicht van de prijsontwikkeling in de periode tussen
1 januari 2013 en 1 januari 2014, uitgesplitst naar type woning en NVM-regio. Hiermee krijgt u een indicatie hoe de prijs van een bepaald type woning in een bepaalde regio zich ontwikkeld heeft.

Indien er in de overzichten geen percentage genoemd wordt voor een bepaald type woning, betekent dit dat er te weinig woningen zijn verkocht van dat type om een percentage te geven. U kunt in dat geval gebruik maken van het percentage voor woningen totaal. Onderaan deze pagina vindt u het overzicht van de percentages.

Indicatie ontwikkeling prijzen
Let op, deze overzichten geven slechts een indicatie van hoe de prijzen zich hebben ontwikkeld en geven geen uitsluitsel over individuele woningen. Bent u op zoek naar specifiekere onderbouwing met betrekking tot de waardering van uw eigen woning, neem dan contact op met een NVM-makelaar.

(De gegevens zijn gebaseerd op de vierkante meterprijzen van door NVM-makelaars verkochte woningen)

> Prijsontwikkeling woningen 2013-2014 (pdf) Overzicht downloaden


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: NVM -

donderdag 15 januari 2015

Herstel woonmarkt zet door


In Nederland zijn er 30,6% meer woningen verkocht dan een jaar geleden, bijna een verdubbeling in vergelijking met het dieptepunt van de crisis begin 2013. Met name het laatste kwartaal kende een forse stijging van 21,2% t.o.v. het voorgaande kwartaal. Ook in de regio Haaglanden zijn er bij de meeste gemeenten beduidend meer woningen verkocht dan vorig jaar. De prijzen vertonen een stabiel beeld en zijn gemiddeld licht stijgend. De gemiddelde verkoopprijs in Nederland is € 215.000,= en is 3,5% hoger dan een jaar geleden en 5% hoger dan het dieptepunt in 2013. De gemiddelde looptijd is circa 20% gedaald t.o.v. een jaar geleden naar 124 dagen. Het aanbod in Nederland is met 8,2% gedaald t.o.v. een jaar geleden en staat gemiddeld 371 dagen te koop. 49% staat langer dan een jaar te koop. Opmerkelijk zijn de hoge aantal transacties uit het 4e kwartaal 2014. Met name de randstad toont de meeste dynamiek in de woningmarkt. De verkopen van de nieuwbouwwoningen verlopen zeer voorspoedig.

De betere economische vooruitzichten, de lage hypotheekrente (in 1 jaar met een volle procent gedaald) en de gunstige woningprijzen geven de woningmarkt duidelijk meer energie!

Positief zijn de berichten over een drietal pensioenfondsen die gezamenlijk de hypotheekmarkt betreden en zo de concurrentie bevorderen.

Hoewel de betaalbaarheid voor de consument verbeterd is t.o.v. de afgelopen jaren, dient een koper ook rekening te houden met de wijzigingen die dit jaar plaatsvinden. Een koper kan minder lenen door de strengere NIBUD-normen en kan maximaal 103% van de marktwaarde van de woning gefinancierd krijgen. De grens van de Nationale Hypotheek Garantie gaat per 1 juli a.s. van € 265.000,= naar € 245.000,= en het BTW-tarief betreffende onderhoudswerkzaamheden aan de woning gaat vermoedelijk ook per 1 juli a.s. van 6% weer terug naar 21%.

De NVM-makelaars informeren hun verkopers over het ingevoerde Energielabel. De afgelopen 2 weken zijn er 10.000 Energielabels definitief geregistreerd.

Zowel de consumenten als de NVM-makelaars zijn positief gestemd over 2015. Men voorspelt een toename van het aantal woningtransacties en een lichte stijging van de prijzen.

De cijfers
T.o.v. het 4e kwartaal 2014 zijn er landelijk 30,6% meer woningen verkocht t.o.v. het 4e kwartaal van 2013. T.o.v. het 3e kwartaal 2014 zijn er 21,2% meer woningen verkocht. Het aantal door NVM-makelaars verkochte woningen in Nederland komt uit op 34.622 woningen en naar schatting 46.500 woningen in de totale markt. De prijsstijging t.o.v. een jaar geleden is in Nederland 3,5%. De woningprijzen zijn dit kwartaal 1,3% hoger t.o.v. het voorgaande kwartaal. De verkoopprijs van de gemiddelde woning in Nederland ligt op € 215.000,=. De gemiddelde verkooptijd in Nederland is 124 dagen en was een jaar geleden nog 157 dagen.

In de Gemeente Den Haag zijn er 31% meer woningen verkocht t.o.v. het 4e kwartaal 2013. T.o.v. van het voorgaande kwartaal zijn er 18,1% meer woningen verkocht. De gemiddelde transactieprijs is het afgelopen kwartaal 0,5% gestegen t.o.v. het voorgaande kwartaal. De prijsstijging in de Gemeente Den Haag is t.o.v. een jaar geleden circa 1,2%. De gemiddelde transactieprijs bedraagt momenteel € 208.000,=, waarbij de gemiddelde verkooptijd in de Gemeente Den Haag 91 dagen is versus 143 dagen in het 4e kwartaal 2013.

In de Gemeente Delft is t.o.v. het 4e kwartaal 2013 een stijging in transacties van 28%. In vergelijking met het 3e kwartaal 2014 zijn er 13,2% meer woningen verkocht. De Gemeente Delft laat een prijsdaling zien van 0,5% t.o.v. het voorgaande kwartaal en een prijsdaling van 1,3% t.o.v. een jaar geleden. De gemiddelde transactieprijs bedraagt momenteel € 195.000,= en de gemiddelde verkooptijd bedraagt 121 dagen versus 171 dagen in het 4e kwartaal 2013.

In het Westland zijn t.o.v. het 4e kwartaal 2013 46% meer woningen verkocht. T.o.v. van het voorgaande kwartaal zijn er 19,5% meer woningen verkocht. Het Westland laat een prijsdaling van 1,3% t.o.v. voorgaande kwartaal en t.o.v. het 4e kwartaal 2013 een prijsstijging van 0,5%. De gemiddelde transactieprijs is € 229.000,= en de gemiddelde verkooptijd bedraagt 138 dagen versus 187 dagen in het 4e kwartaal 2013.

In de Gemeente Rijswijk zijn t.o.v. het 4e kwartaal 2013 het aantal verkopen gestegen met 58,2% en t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn er 82,3% meer woningen verkocht. De prijzen t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn gedaald met 3,1% en t.o.v. een jaar geleden zijn de prijzen gedaald met 5,7%. De gemiddelde transactieprijs bedraagt momenteel € 180.000,=. De gemiddelde verkooptijd bedraagt 148 dagen versus 208 dagen in het 4e kwartaal 2013.

In de Gemeente Wassenaar zijn t.o.v. het 4e kwartaal 2013 het aantal verkopen gestegen met 216% en t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn er 36,7% meer woningen verkocht. De prijzen t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn gedaald met 8,1% en t.o.v. een jaar geleden zijn de prijzen gedaald met 3,5%. De gemiddelde transactieprijs bedraagt momenteel € 473.000,=. De gemiddelde verkooptijd bedraagt 205 dagen versus 174 dagen in het 4e kwartaal 2013.

In de Gemeente Zoetermeer zijn t.o.v. het 4e kwartaal 2013 het aantal verkopen gestegen met 25,5% en t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn er 16,7% meer woningen verkocht. De prijzen t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn gedaald met 7,4% en t.o.v. een jaar geleden zijn de prijzen gedaald met 0,5%. De gemiddelde transactieprijs bedraagt momenteel € 184.000,=. De gemiddelde verkooptijd bedraagt 150 dagen versus 145 dagen in het 4e kwartaal 2013.

In de Gemeente Leidschendam-Voorburg zijn t.o.v. het 4e kwartaal 2013 het aantal verkopen gestegen met 26,6% en t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn er 24,2% meer woningen verkocht. De prijzen t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn gestegen met 5,6% en t.o.v. een jaar geleden zijn de prijzen gestegen met 9%. De gemiddelde transactieprijs bedraagt momenteel € 271.000,=. De gemiddelde verkooptijd bedraagt 90 dagen versus 160 dagen in het 4e kwartaal 2013.

In de Gemeente Pijnacker-Nootdorp zijn t.o.v. het 4e kwartaal 2013 het aantal verkopen gestegen met 41,8% en t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn er 11,4% minder woningen verkocht. De prijzen t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn gedaald met 1,9% en t.o.v. een jaar geleden zijn de prijzen gedaald met 0,5%. De gemiddelde transactieprijs bedraagt momenteel € 269.000,=. De gemiddelde verkooptijd bedraagt 168 dagen versus 204 dagen in het 4e kwartaal 2013.

In de Gemeente Lansingerland (Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek en Bleiswijk) zijn t.o.v. het 4e kwartaal 2013 het aantal verkopen gelijk gebleven en t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn er 6,7% meer woningen verkocht. De prijzen t.o.v. het voorgaande kwartaal zijn gedaald met 2,3% en t.o.v. een jaar geleden zijn de prijzen gestegen met 9,8%. De gemiddelde transactieprijs bedraagt momenteel € 259.000,=. De gemiddelde verkooptijd bedraagt 205 dagen versus 250 dagen in het 4e kwartaal 2013.


woensdag 14 januari 2015

4792 gedwongen verkopen

Een stijging van 6% tov het jaar daarvoor.

Dat heeft de Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (WEW), die de Nationale Hypotheek Garantie verstrekt, woensdag bekendgemaakt.

Het fonds ontving in het vierde kwartaal van vorig jaar 1210 verliesdeclaraties, tegen 1105 in dezelfde periode een jaar eerder. WEW houdt rekening met een verdere stijging van het aantal gedwongen huizenverkopen door het na-ijleffect van de crisis.

Dit effect komt onder meer doordat in de afgelopen jaren relatief meer hypotheekgaranties zijn verstrekt. Daarnaast wordt verwacht dat meer woningen die 'onder water staan' worden verkocht als de woningmarkt verder aantrekt.




De gegevens zijn afkomstig van NHG.nl. - (c)NU.nl/Jerry Vermanen

Het gemiddelde bedrag dat het waarborgfonds bij verliezen op de verkoop moest uitkeren, nam in 2014 licht af, van 39.347 euro in 2013, tot 39.240 euro. De cijfers hebben betrekking op mensen die hun woning kochten met de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Deze garantie verzekert een huizenbezitter ervan dat bij een gedwongen verkoop een mogelijke restschuld aan de bank wordt betaald.

NHG

Vorig jaar hebben 116.100 huishoudens de aankoop van hun woning gefinancierd met NHG, 14 procent meer dan in 2013. Volgens WEW had de daling van de kostengrens per 1 juli vorig jaar van 290.000 euro naar 265.000 euro een licht dempend effect op de groei van het aantal nieuwe garanties.

Deze NHG-grens werd in 2009 bij wijze van crisismaatregel nog tijdelijk verhoogd tot 350.000 euro om de woningmarkt een impuls te geven. Daarna werd de grens weer stapsgewijs verlaagd.

De premie die huizenkopers moeten betalen om een hypotheek met de Nationale Hypotheek Garantie af te sluiten blijft dit jaar stabiel op 1 procent van de hypotheeksom. WEW hoeft deze premie niet te verhogen dankzij de ,,rust en stabiliteit op de woningmarkt''.


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: ANP -

dinsdag 13 januari 2015

30% goedkoper

Eigen huis 30% goedkoper in èèn jaar
Opnieuw daalt de hypotheekrente: wie nu een woning koopt, betaalt maar liefst 30% (!) minder rentelasten dan een jaar geleden.

Met een tarief van 2,65% voor 10 jaar vast loopt het prijsverschil tussen kopen en huren verder op. De hypotheekrenteverlagingen volgen elkaar al maanden in rap tempo op. Begin vorig jaar was de hypotheekrente nog 3,8%. Kijken we naar het begin van de crisis, dan betaal je nu zelfs minder dan de helft. In augustus 2008 was de laagste hypotheekrente voor tien jaar vast nog 5,55%.

Wat kost een koophuis nu?
Een gemiddelde koopwoning kost op dit moment € 225.000. In het geval van een annuïtaire hypotheek met een tien jaar vast rentetarief, bedragen de bruto maandlasten € 907. Dit komt neer op circa € 752 netto per maand in het eerste jaar. Via de hypotheekrenteaftrek krijgt de huizenbezitter immers een deel van de brutolasten terug. Na dertig jaar is de woning volledig afbetaald.

Netto maandlasten
Bij een annuïtaire hypotheek lopen de netto maandlasten langzaam op. De huizenbezitter blijft maandelijks bruto € 907 betalen, maar dat bedrag bestaat voor een steeds groter deel uit aflossing en een steeds kleiner deel uit rente over de hypotheekschuld. Dat betekent dat de belastingdienst iedere maand minder bijdraagt aan de hypotheekrente. De netto maandlasten stijgen hierdoor gedurende dertig jaar van € 752 (maximale hypotheekrenteaftrek) naar € 907 (geen hypotheekrenteaftrek meer).

Kopen of huren?
Het voordeel van kopen ten opzichte van huren loopt op. Met de hypotheek van € 225.000 bedragen de woonlasten gedurende dertig jaar gemiddeld € 834 netto per maand. Daarvan is € 616 aflossing van de hypotheekschuld, een investering in eigen woning dus. De overige € 219 is rente over de bestaande hypotheekschuld. Dit is vergelijkbaar met het bedrag dat een huurder aan een verhuurder zou betalen. Maar wie een soortgelijk huis huurt, is in totaal al snel drie à vier keer zoveel geld kwijt.

Voor- en nadelen kopen
Een koopwoning brengt wel andere kosten met zich mee. Kosten bij aankoop (hypotheekadvies, notariskosten, overdrachtsbelasting) en kosten voor onderhoud bijvoorbeeld. Deze kosten spelen bij huren geen rol. Een ander nadeel is het risico op waardedaling. Bovendien kun je met een koopwoning niet zomaar verhuizen, waar tegenover staat dat bijvoorbeeld een verbouwen eerder zonder toestemming mogelijk is. Of de eventuele nadelen een flink hogere huurprijs waard zijn, is een persoonlijke afweging.

De huidige rentetarieven maken een koopwoning bijzonder betaalbaar. En dat is goed nieuws voor de woningmarkt. In 2014 zagen we een voorzichtige groei in het aantal verkopen; wat er in 2015 ook met de woningmarkt moge gebeuren, aan de hypotheekrente zal het niet liggen.




- Pascal de Roo gebruik makend van bron: eufin -


Update verzekeringsapp

Wij hebben een update geplaatst van onze verzekeringsapp.

U kunt nu ook de schademelding op uw mobiele toestel invullen wanneer u (nog) niet beschikt over een internetverbinding (bijvoorbeeld in het buitenland) en pas insturen als u weer internet heeft.

http://www.zo.nl/verzekeringen/mijn-polismap/

woensdag 7 januari 2015

Aanvraagsets SVn vernieuwd per 1 januari 2015

Met ingang van 1 januari 2015 zijn alle aanvraagsets voor consumptieve en hypothecaire leningen via SVn vernieuwd. Oude aanvraagformulieren worden met ingang van deze datum niet meer in behandeling genomen, meldt SVn.
 
De nieuwe aanvraagsets gelden voor de Duurzaamheidslening, de Stimuleringslening en de Maatwerklening. Vanwege aangescherpte regelgeving maakt SVn vanaf 1 januari 2015 duidelijk onderscheid tussen consumptieve en hypothecaire leningen. Dit betekent onder andere dat er voor deze leningen nieuw aanvraag- en brochuremateriaal beschikbaar is.

De aanvraagsets voor consumptieve leningen zijn vereenvoudigd en de materialen voor de aanvraag van hypothecaire leningen zijn aangepast aan de per 1 januari 2015 geldende wet- en regelgeving. Daarnaast zijn er specifieke aanvraagsets ontwikkeld voor zakelijke en particuliere aanvragers en is er één aanvraagset voor de Maatwerklening bij gekomen.

Aanvragen voor de Duurzaamheidslening, de Stimuleringslening en de Maatwerklening die eind 2014 bij SVn binnen zijn gekomen, worden gewoon in behandeling genomen. Het kan zijn dat naar aanvullende informatie wordt gevraagd om te voldoen aan de eisen die vanaf 1 januari 2015 gelden. Met ingang van 1 januari 2015 worden alleen aanvragen die met de nieuwe aanvraagset ingediend zijn in behandeling genomen.

Folder 'Stappenplan Starterslening voor intermediairs'