donderdag 26 februari 2015

Een hypotheek? Waarom ook niet...


Een betaalbare hypotheek voor starters op de woningmarkt nog steeds bereikbaar!

57 % van de Nederlanders ziet een eigen woning als een juiste investering voor de toekomst. Dat blijkt uit een onderzoek van een gerenommeerd onderzoeksbureau Gfk.  Met de recent gedaalde woningprijzen en de historisch lage hypotheekrente  zijn er kansen voor de starters op de woningmarkt . Tegelijkertijd zien we dat  de wettelijke regels voor de kredietruimte –het antwoord op de vraag hoeveel hypotheek kan ik krijgen?- worden ingeperkt. Vaak is dan eigen geld nodig om de woning te kunnen kopen. En dat betekent dat er gezocht moet worden naar andere financiële hulpbronnen. Bijvoorbeeld een aanvullende starterslening van de gemeente. Of financiële hulp van de familie.  Hoe dan ook,  inbreng van eigen geld is meer nodig dan voorheen om de koop van de woning te kunnen realiseren. En dat vraagt om tijdige financiële planning om dit te kunnen bereiken.

Starters op de woningmarkt: huren of kopen om te wonen? De rente is historisch laag.

Veel starters zijn op zoek naar een betaalbare koopwoning.  Om te kunnen wonen in Nederland zijn er twee mogelijkheden: huren of kopen.  Het alternatief huren is in Nederland geen gelijkwaardig alternatief en dus een beperkte keuzemogelijkheid. De wachtlijsten voor huurwoningen zijn erg lang en er zijn vaak beperkende voorwaarden. Het enige alternatief is dan de duurdere vrije sectorhuur. Maar bij beide huuropties blijven de huren de komende jaren stijgen.

Kopen van een woning  is dan vaak een wens of een noodzakelijk  alternatief om te kunnen wonen. Voordeel is de recente daling van de prijzen van bestaande woningen vanaf 2008. Eind 2014 zaten de gemiddelde woningprijzen weer op het prijsniveau van 1999. Gunstig is ook, dat in combinatie met de gedaalde woningprijzen ook de  hypotheektarieven sinds medio 2011 fors zijn gedaald naar historisch lage percentages.  Zie hieronder de grafiek (bron: Rabobank).

Kopersmarkt 

Met de gedaalde woningprijzen, de historisch lage hypotheekrentes en het ruime aanbod van te koop staande woningen is het gunstig om nu een eigen woning te kopen.  Er is nog een marktsituatie, die gunstig is voor kopers, veelal doordat het aanbod de vraag overtreft. De eerste tekenen van herstel op de woningmarkt zijn reeds gesignaleerd en er is al een lichte stijging van de woningprijzen waarneembaar.  

Een betaalbare hypotheek

Om een woning te kunnen kopen is in de regel  een geldlening nodig. De overheid heeft bepaald dat de maximale hypotheek onder andere wordt bepaald door de hoogte van het bruto-inkomen.  De Erkend Hypothecaire Planner analyseert echter niet alleen het bruto inkomen, maar ook  het netto (besteedbaar) inkomen. Als de hypotheek namelijk lager is dan wat op basis van het bruto inkomen maximaal kan worden geleend, kan van deze vereiste worden afgeweken.  Met andere woorden: als de koper het makkelijk kan betalen, blijft het mogelijk om een hypotheek af te sluiten die hoger is dan op grond van een bruto inkomen.

Netto besteedbaar inkomen

Voor de overheid en banken geldt als criterium de hoogte van het bruto inkomen.  Hypotheeklasten moeten passen binnen de begroting van het huishouden. Bij de analyse en het advies van de Erkend Hypothecaire Planner of de hypotheeklasten betaalbaar zijn, volstaat echter niet een analyse op basis van alleen een bruto inkomen.  Dus ook een analyse van dat deel van het netto inkomen dat nodig is voor andere uitgaven. Het bedrag dat 'overblijft' is beschikbaar voor woonlasten. De besteding van het netto inkomen geeft meer inzicht  in de betaalbaarheid van de woonlasten.  

Eigen geld: tijdig een spaarplan starten

Is de financiering onvoldoende om de gewenste  woning te kunnen kopen, is eigen geld nodig om het verschil te kunnen overbruggen. Vaak is er wel eigen geld, maar dat is gereserveerd als financiële en noodzakelijk buffer voor onvoorziene uitgaven en/of als geld bestemd voor de (noodzakelijke) inrichting van de woning. Dus is het belangrijk, dat er tijdig een spaarplan wordt gestart. En de hoogte van de actuele  spaarrentes maken ook noodzakelijk dat langer en/of meer gespaard moet worden om het doel eigen woning aankoop te kunnen realiseren.

Financiële voordelen eigen geld

Inbreng van eigen geld is vaak noodzakelijk. Maar het kan ook voordelig zijn.  Momenteel is de spaarrente lager dan de meeste hypotheekrentes.  Ofwel de spaarder ontvangt dan een lager rendement dan aan hypotheekrente  wordt betaald.  Door minder uit te geven dan men ontvangt ontstaat er feitelijk een rendementsvoordeel.

En als door inbreng van eigen geld de hypotheek voor de bank in een lagere risico-klasse belandt, dan is er een rentekorting mogelijk.  De risico-opslagen die banken hanteren in hun rentetarieven zijn namelijk gekoppeld aan de verhouding tussen de hypotheeklening en de woningwaarde.  

De hypothecair planner neemt deze overweging altijd mee in zijn adviesgesprek met de klant.

De alternatieve oplossingen

Is er onvoldoende eigen geld aanwezig, dan zijn er wellicht nog de volgende mogelijkheden.  Bijvoorbeeld een aanvullende starterslening van de gemeente. Of een belastingvrije schenking van ouders aan kinderen  om een deel van de koopprijs te kunnen financieren.  Of in plaatst van een schenking een lening van de ouders.

Starterslening:  Wat is het?

Enkele gemeenten bieden  een helpende hand.  Sinds 2002 stimuleren sommige gemeenten de koopwoningmarkt met behulp van de Starterslening. De Starterslening is een aanvullende lening,  waarmee het verschil wordt overbrugd tussen de aankoopkosten van de woning en het bedrag dat de starter maximaal kan lenen.  In de eerste drie jaar betaal je geen rente en aflossing. Daarna is het afhankelijk van de inkomensontwikkeling. De gemiddelde lening is in 2014 rond de € 28.000.

Financiële hulp van ouders

Ook financiële hulp van ouders is een mogelijkheid om de koop van de woning rond te krijgen.

Indien bijvoorbeeld de ouders over (extra) vermogen beschikken, dan is het mogelijk om de startende kinderen financieel bij te staan via een (belastingvrije) eenmalige schenking van – in 2015- maximaal € 52.752.

Of gebruik maken van de jaarlijkse schenkingsvrijstelling van  -in 2015- € 5.277 per kind. Hiermee  kunnen ouders hun nog  jonge kinderen faciliteren. Met toepassing van de jaarlijkse schenkings-vrijstelling kan over een langere periode –bijvoorbeeld 10 tot 15 jaar- op naam van de kinderen een spaarplan worden ontwikkeld.  Dat is nodig, omdat de overheid de komende jaren de maximale leennormen steeds verder inperkt.

In plaats van schenken kan men ook geld lenen aan de kinderen in het kader van hun aankoop of verbouwing van de eigenwoning. Ook is mogelijk een combinatie van schenken en lenen.  De keuze tussen schenken of lenen is afhankelijke van de persoonlijke, financiële omstandigheden en voorkeuren.  Zo’n lening kan een aanvulling zijn op een andere financiering van de bank  of zelfs daarvoor in de plaats komen.  En als op de familielening periodiek wordt afgelost, is de rente net als bij een hypotheek van de bank fiscaal aftrekbaar.  Eventueel kunnen de ouders jaarlijks een deel van de rente terugschenken aan de kinderen.

Uw Erkend Hypothecaire Planner van ZO hypotheken - ZO.nl

Starters op de woningmarkt kunnen profiteren van de dalende woningprijzen en de lager hypotheekrentes. De aangescherpte leennormen noodzaken dat steeds meer eigen geld nodig is om te kunnen kopen. De besteding van het netto inkomen geeft meer inzicht in de betaalbaarheid van de woonlasten. Maar geeft ook ruimte van banken voor een hogere hypotheek dan alleen een toetsing op bruto inkomen. Dat vraagt om een financieel plan voor nu en de toekomst. Alternatieve scenario’s zoals de starterslening van de gemeente of financiële hulp van de ouders  kunnen ook de helpende hand bieden.  De Erkend Hypothecaire Planner helpt u graag om een verantwoorde keuze te kunnen maken.  

zaterdag 21 februari 2015

ABP: Pensioen in één klap 10 procent omlaag

Zo'n 20.000 gepensioneerden bij het ABP krijgen geheel onverwacht een korting op hun uitkering voor hun kiezen. Zij kregen tot nu toe een compensatie omdat ze geen partnertoeslag op de AOW ontvingen. Die compensatie is van de ene op de andere dag afgeschaft. Dat kost de gepensioneerden tot meer dan 10 procent van hun inkomen.

De gepensioneerden zijn woedend over de afschaffing. Vooral het feit dat ze pas 3 dagen voordat ze hun pensioen ontvingen op de hoogte werden gebracht van de korting, valt slecht. Veel mensen bellen met het pensioenfonds om uitleg. ,,Ze hebben nooit aangekondigd dat de compensatie zou stoppen. Nu wordt mijn pensioen van de ene op de andere dag met 155 euro gekort. Dat is meer dan 10 procent,'' zegt een boze gepensioneerde justitieambtenaar.

Het ABP maakte 2 maanden geleden nog trots bekend de pensioenen niet te hoeven verlagen, dus met deze daling had niemand rekening gehouden.De regering heeft de partnertoeslag in de AOW per 1 januari van dit jaar afgeschaft. De toeslag gold voor gepensioneerden met een partner die nog niet gepensioneerd is en geen inkomen heeft.

Gepensioneerden bij het ABP die geen partnertoeslag kregen omdat hun partner wel verdiende, kregen toch een extra uitkering op hun pensioen om het gemis van de partnertoeslag te compenseren. Nu de toeslag is afgeschaft, stopt het ABP met het uitbetalen van die compensatie. ,,Dat ik die compensatie kreeg is me nooit duidelijk verteld,'' aldus de justitieambtenaar.

Gepensioneerden zijn vooral boos dat ze pas deze week te horen kregen dat ze minder krijgen, terwijl al maanden bekend is dat de toeslag wordt afgeschaft.Het ABP kan daar niets aan doen, laat ze weten. ,,Wij krijgen van de Sociale Verzekeringsbank de namen van de mensen die geen toeslag krijgen. Wij hebben die gegevens zelf niet. Die lijst hebben we recent gekregen. Zodra we die lijst kregen, hebben we de mensen geïnformeerd. Dat is heel vervelend voor de mensen. Dat beseffen we, maar daar kunnen wij ook niets aan doen,'' laat een woordvoerder weten.

Het ABP bespaart met de afschaffing van de compensatie 4 miljoen euro per jaar. Dat geld gaat in de pensioenpot en komt alle deelnemers ten goede.


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: ABP -

donderdag 19 februari 2015

Pensioen Flop

Tot diep in de 19e eeuw vormden eigen kinderen de belangrijkste pensioenvoorziening.

Je zou kunnen zeggen dat het de participatiemaatschappij in optima forma was. De 19e eeuwse oudedagsvoorziening kende echter ook de nodige risico's. Levensbedreigende armoede door de enorme kloof tussen arm en rijk en ziektes als tyfus, difterie en cholera maakten in die tijd van 'nazaatplanning' een investering met een hoog risico. Gezinnen in de opvoedfase en ouders waarvan teveel kinderen overleden of uit huis trokken leefden vaak in bittere armoede.

Vanaf ca. 1880 nam Nederland langzaam afscheid van haar traditionele landbouweconomie (na een internationale landbouwcrisis) en deed in ons land de industrialisatie haar intrede. In de jaren die volgden daalde het sterftecijfer sterk door betere hygiëne, voeding en medische zorg, waardoor de totale bevolking toenam, mensen langer leefden en ook de financiële huishouding veranderde.

Het was ook in deze jaren dat de eerste bedrijfspensioenfondsen het levenslicht zagen. Het bedrijfspensioenfonds van Stork (gestart in 1881) was het eerste bedrijfspensioenfonds in Nederland. Jaren later (eerste helft 20e eeuw) ontstonden ook de zogenaamde bedrijfstakpensioenfondsen (zoals het ABP voor overheid en onderwijs) waardoor het veranderen van werkgever in dezelfde branche niet steeds een pensioenbreuk tot gevolg had.

De opkomst en de neergang van het staatspensioen
Eind 19e en begin 20e eeuw kon lang niet iedereen profiteren van een (vaak klein) bedrijfspensioen. Een pensioenvoorziening vanuit de staat werd pas halverwege de 20e eeuw opgezet. In 1947 werd in Nederland de 'noodwet ouderdomsvoorziening' in het leven geroepen, die vervolgens in 1957 door toenmalig MP Willem Drees werd omgedoopt tot de AOW (Algemene Ouderdoms Wet). Vanaf dat moment hadden alle gepensioneerden recht op een basis pensioenbedrag van de staat. Naar de maatstaven van vandaag was dit een bedrag van ca. € 200,00 per maand en dus niet voldoende om van te leven.

Het zou tot 1965 duren voordat de AOW werd vervangen voor een uitkering op het niveau van het sociale minimum. Dat is vandaag de dag nog steeds zo. De AOW wordt betaald uit de jaarlijkse staatsbegroting en kost de samenleving momenteel 33 miljard euro per jaar (13% van de totale overheidsuitgaven). Dit loopt door de vergrijzing de komende decennia op tot ruim 55 miljard euro per jaar.

De huidige AOW uitkeringen worden opgebracht door 4 werkenden op 1 gepensioneerde. Over 20 jaar zijn dit 2 werkenden op 1 gepensioneerde! Als je je dan bedenkt dat gepensioneerden steeds ouder worden en dat we ergens in de komende 20 jaar ook nog de prijs moeten betalen van de huidige 'we printen ons wel uit de crisis' mentaliteit van centrale banken, dan hoef je geen professor te zijn om vast te stellen dat de huidige AOW op termijn volstrekt onhoudbaar is. Iedereen onder de 50 jaar moet simpelweg rekening houden met een ernstige versobering van de AOW.

De voorlopige uitkomst is dat de politiek de AOW leeftijd versneld verhoogt. Dat is een bekende marketingtruc. De prijs blijft gelijk, u betaalt er alleen langer voor om het te krijgen. De eerstvolgende stappen zijn zonder twijfel het zwaarder belasten van pensioen (nu gelden nog lagere belastingtarieven voor gepensioneerden) en het verder versoberen van de AOW. Misschien gaan we zelfs wel weer terug naar de 'noodwet ouderdomsvoorziening' zoals die in 1947 werd gestart.

De ripoff van het werkgeverspensioen
Naast de AOW bouwt ongeveer 95% van de mensen in loondienst via hun werkgever een deel pensioen op. Dat verloopt grotendeels via een beroeps-, bedrijfs- of bedrijfstakpensioenfonds. In de negentiger jaren van de vorige eeuw waren deze pensioensystemen vaak gebaseerd op het eindloonsysteem. Daarmee wordt een gegarandeerd percentage (meestal 70%) van het laatstverdiende loon aan pensioenloon opgebouwd. Die regeling bestaat vrijwel niet meer. Sinds het begin van deze eeuw (na de crisis van 2002) zijn pensioenfondsen massaal overgestapt op de middelloonregeling. Hierbij wordt gegarandeerd 70% van het gemiddeld verdiende loon als pensioenloon opgebouwd. Daarmee werd het te behalen pensioen met maar liefst een kwart gereduceerd. De versobering was primair bedoeld om de kosten en risico's voor werkgevers te verlagen.

Sinds enkele jaren (vooral na de crisis van 2008 en 2010) worden steeds meer middelloonregelingen omgebouwd naar beschikbare premieregelingen. Er wordt nu niet meer een gegarandeerd percentage van het gemiddelde loon opgebouwd, maar er wordt een vast bedrag per maand in een beleggingsrekening gestort. Daarmee is de einduitkomst niet meer gegarandeerd, maar volledig voor rekening en risico van de werknemer gebracht. In een middelloonregeling moet de werkgever slechte beleggingsresultaten grotendeels zelf compenseren om het beloofde gegarandeerde pensioen te halen. Werknemers met een beschikbare premieregeling kunnen slechte beleggingsresultaten echter niet compenseren met een verhoogde inleg. Dat is wettelijk niet toegestaan. Daardoor komen deze pensioenen tot wel 30% lager uit dan pensioenen van werknemers met een middelloonregeling. Weer is het de werkgever die op deze wijze structureel bespaart op kosten en risico's vermindert.

Wie nog een middelloon regeling heeft moet echter niet denken op rozen te zitten. De pensioenfondsbeheerders achter deze regelingen presteren al decennia slechter dan het marktgemiddelde, hebben in goede beleggingsjaren miljarden euro's teruggestort naar werkgevers (leuke bonus voor het management) en in slechte jaren miljarden euro's meer verloren dan het marktgemiddelde, kennen te hoge kosten en voeren een beleggingsbeleid met stijgende risico's. Werd 20 jaar geleden maximaal 15% van het totale pensioenvermogen belegd, nu is dat ruim boven de 50%, waarbij ook exotische beleggingsproducten (derivaten) met onzichtbare risico's niet worden geschuwd. Pensioenfondsen hebben ook geïnvesteerd in de inmiddels beruchte rommelhypotheken uit Amerika en daar miljarden op verloren.

Dekkingsgraden en berekeningen
Het gevolg van deze integrale incompetentie zijn idiote discussies over dekkingsgraden (in welke mate een pensioenfonds toekomstige pensioenbetalingen kan garanderen), steeds wijzigende rekenformules, verhoging van de pensioenpremies met wel 15%, versobering van het nabestaandenpensioen, het stoppen met het indexeren van pensioenen en nu dreigt zelfs het afstempelen van pensioenen (mooi woord voor opgebouwde rechten stelen).

Om de ramp compleet te maken is per 1-1-2015 besloten om de jaarlijkse opbouwmogelijkheden binnen een middelloonregeling of beschikbare premieregeling met zo'n 10 tot 15% te verlagen. Dat kan volgens de politiek best omdat we allemaal ouder worden, langer doorwerken en dus langer pensioen kunnen opbouwen. De staat is de grootste werkgever van Nederland. Deze verlaging van de jaarlijkse pensioenopbouw bij (semi)ambtenaren is een van de grootste bezuinigingsposten in de staatsbegroting!!. Weer wordt het pensioen slechter om werkgevers te plezieren.

Per 1-1-2015 geldt verder nog voor alle werknemers in alle branches die meer dan € 100.000 per jaar verdienen, dat over het meerdere helemaal geen pensioen meer mag worden opgebouwd. Als je alle aanpassingen in werkgeverspensioen van de laatste 15 jaar bij elkaar optelt, dan is er voor de werknemer maar één conclusie mogelijk. Het is één grote ripoff.

Het privé pensioen rendeert niet
Als de AOW (eerste pijler) en het werkgeverspensioen (tweede pijler) samen onvoldoende zijn voor een redelijke pensioenopbouw, dan kan via een privé pensioenregeling (derde pijler) met fiscaal voordeel het pensioengat (deels) worden gecorrigeerd, mits aan de fiscale voorwaarden wordt voldaan. De producten voor deze pensioenopbouw staan ook wel bekend als lijfrenteproducten en worden door verzekeraars aangeboden. ZZP-ers hebben helemaal geen werkgeverspensioen en bouwen hun pensioen grotendeels in dit soort lijfrenteproducten op.

Met deze producten landen we middenin de eerder behandelde woekerpolis problematiek. Bekend is dat lijfrentepolissen die zijn gestart tussen 1990 en 2008 meestal woekerpolissen blijken te zijn, die 30% tot 70% minder kapitaal opbrengen dan ooit beloofd in de offertes. Daarmee wordt een flink stuk van het privé pensioen weggeslagen. De huidige trend is dat eigenaren van die lijfrenteproducten massaal overstappen naar veilige en goedkope spaarproducten (lijfrentespaarrekeningen). Maar door de monumentale manipulatie van de (inter)nationale rente is de spaarrente zo laag, dat zo'n lijfrentespaarrekening nog minder oplevert dan de werkelijke inflatie en geplande eindkapitalen nooit meer worden bereikt.

De zichzelf vernietigende drie eenheid
De AOW is een kosten slurpende speelbal geworden van de politieke begroting. Het werkgeverspensioen wordt door werkgevers wegbezuinigd en het beleggingsrisico verlegd naar de werknemer. En het privé pensioen is veroordeeld tot een woekerpolis of een nauwelijks renderende spaarrekening. Deze zichzelf vernietigende drie eenheid van pensioenopbouw is van toepassing op alle Nederlanders. Het 'Zwitserleven gevoel' is er nooit geweest en is in werkelijkheid het 'Zimbabwe gevoel'.

Is er nog een pensioentoekomst?
Gemiddeld bestaat een pensioen voor 40% uit AOW (eerste pijler), 55% uit werkgeverspensioen (tweede pijler) en 5% uit privé pensioen (derde pijler). In de eerste twee pijlers moeten de grootste schokken worden verwacht. Er zijn immers geen echte economische ontwikkelingen die hoop geven op een structurele nieuwe groeifase. In plaats daarvan wordt nu als een blinde gratis geld bijgedrukt om de kredietmarkt van nieuwe brandstof te voorzien en ze op te pompen van een XL schuldeneconomie naar een XXXL schuldeneconomie. De derde pijler kan slechts beperkt worden gebruikt wegens fiscale regels.

Wie zijn pensioentoekomst enigszins serieus neemt grijpt in door de regie meer in eigen hand te nemen. Dat begint met goed inzicht te krijgen in de drie pijlers van de eigen pensioenopbouw om vervolgens via eigen vermogensplanning één of meerdere schaapjes op het droge te krijgen.

Pas tenslotte op voor de huidige discussie om pensioengeld en/of vermogen te gebruiken om de woningschuld terug te dringen. Het is een weg vol valkuilen. Bij schuldgerelateerd gebruiksbezit voert de bank de hoofdregie over het te behalen rendement. Zolang eigen onroerend goed qua rendement onderpresteert t.o.v. het rendement op bijvoorbeeld kapitaal of SWAG (Silver, Wine, Arts & Gold), is extra aflossen op de eigenwoningschuld in de basis contraproductief.

Auteur: Jeffrey Leichel

Bron: https://biflatie.nl

zaterdag 14 februari 2015

Online je hypotheek vergelijken


De vergelijking van hypotheken op internet lijkt mooi. Alle hypotheekrentes zijn tegenwoordig op marktwaarde gebaseerd (in plaats van op executiewaarde), waardoor vergelijkingen makkelijker te maken zijn.

Maar kunt u ook gemakkelijk uitvinden wat de hypotheekrente wordt voor een hypotheek die past bij uw situatie?

Dan pas krijgt u een reëel beeld van de rente die geldt voor een hypotheek die u ook werkelijk kunt afsluiten.



Hypotheekrentes die voor u helemaal niet van toepassing kunnen zijn, kunnen uw beeld van uw mogelijkheden immers flink verstoren.

Laagste hypotheekrente voor u
Als u op zoek bent naar een (nieuwe) hypotheek is het logisch dat u hypotheekrentes gaat vergelijken. Een algemeen overzicht van hypotheekrentes is dan best interessant. U heeft er echter niet heel veel aan, aangezien er allerlei tarieven in staan die voor u niet van toepassing zijn.

Daarom kan een gesprek met een hypotheekadviseur erg interessant zijn. Die zal u laten zien wat de laagste hypotheekrente is op dit moment voor u zou gelden. Passend bij uw (toekomstige) hypotheek, afhankelijk van:

- het doel van de hypotheek
de verhouding tussen het hypotheekbedrag en de waarde van de woning

- het type woning

- de hypotheekvorm

- de rentevastperiode van uw keuze

- De vraag of u wel of geen Nationale Hypotheek Garantie (NHG) wenst

Starter, oversluiten of verhuizen
In het adviesgesprek wordt onderscheid gemaakt naar het doel van de hypotheek. Koopt u voor het eerst een huis (starter)? Dan zijn de mogelijkheden voor een hypotheek heel anders dan voor iemand die al een koopwoning heeft en wil verhuizen, of de hypotheek wil oversluiten. Als starter bent u waarschijnlijk op zoek naar de laagste rente voor een annuïteitenhypotheek. We laten u dan per rentevastperiode zien welke aanbieder voor een annuïteitenhypotheek de laagste hypotheekrente rekent.

Maakt u liever de vergelijking met de gegevens voor uw eigen hypotheek, dan krijgt u een overzicht van de tarieven van alle hypotheken voor de door u gekozen rentevastperiode.

Onmogelijke combinaties
De vergelijking van uw adviseur helpt u ook om te ontdekken welke combinaties wel en niet mogelijk zijn. Zo zal de rente van een NHG-hypotheek van € 275.000 of hoger, logischerwijs, niet getoond worden. Dat bedrag ligt immers boven de huidige NHG-grens van € 265.000. Ook als de prijs van de aan te kopen woning boven de NHG-koopsomgrens ligt, zullen er geen NHG-rentes getoond worden.

Wilt u als starter een annuïteitenhypotheek afsluiten van € 210.000, terwijl de woning € 200.000 kost? Er verschijnen geen hypotheekrentes: u kunt met de regels van 2015 maximaal 103% van de woningwaarde lenen.

Heeft u geen eigen middelen of spaargeld? Onze adviseurs kunnen u mogelijk toch helpen. Iets wat op internet niet te vergelijken is.

Tot slot bieden we per hypotheekproduct een helder overzicht van de hypotheekrentes. Wederom zowel afgestemd op uw eigen hypotheek als een algemeen renteoverzicht. Daarnaast laten we de belangrijkste hypotheekvoorwaarden van elk hypotheekproduct zien.

Denk hierbij aan vragen als:

- Hoe lang is een offerte geldig?
- Hoe zit het met de mogelijkheid tot boetevrij aflossen?
- Heeft de hypotheek een verhuisregeling?
- Wat is het rentebeleid voor deze hypotheek?

Zo kunt u gemakkelijk nagaan of de voorwaarden van de hypotheek met de laagste rente wel passen bij uw wensen.

Zo ziet u dat hypotheekrentes best online kunt vergelijken, maar voorwaarden van verschillende hypotheken kunnen vergelijken, is echt een taak voor adviseurs.



- Pascal de Roo gebruik makend van bron: ZO hypotheken -

dinsdag 3 februari 2015

Woekerpolis in hypotheek ruïneert pensioen

Vanavond in Zembla: Woekerpolis in hypotheek ruïneert pensioen

Men heeft berekend dat de 650 duizend mensen met een woekerpolis in hun hypotheek straks 15% tot 25% van hun pensioen kwijtraken.

Daarmee ruïneert de woekerpolis in de hypotheek het pensioen. Een gemiddelde woning kost ca. € 210.000. Tussen 1990 en 2008 zijn honderdduizenden woekerpolissen verkocht die na 30 jaar tenminste de helft van de hypotheek moeten aflossen. Inmiddels is bekend dat door allerlei productdefecten deze woekerpolissen 30% tot 70% minder opbrengen dan voorgespiegeld. Vooral voor hypotheekpolissen valt de opbrengst tegen omdat daar vaak hoge verzekeringskosten in zitten. Gemiddeld wordt daardoor straks ca. € 50.000 minder afgelost op de hypotheek. Voor dat tekort moet een nieuwe hypotheek worden gesloten!






Levenslang veroordeeld tot lager pensioen
Na 30 jaar is de hypotheekrente in de meeste gevallen niet meer aftrekbaar. Wie dan € 50.000 extra hypotheek moet financieren kan de rente dus niet meer aftrekken en moet ook de hypotheek verplicht in maximaal 30 jaar aflossen (via een annuïtaire of lineaire hypotheek). Dat is een extra netto last van ca. € 265,00 per maand. De woekerpolis steelt op die manier via de achterdeur elke maand zo'n 15% van een modaal pensioeninkomen!

Wie sneller van de restschuld af wil, bijvoorbeeld in 15 jaar, levert nog meer pensioen in. Wie een hogere hypotheek heeft, heeft straks een nog groter 'hypotheekgat'. Het is zelfs denkbaar dat het pensioeninkomen te laag is om überhaupt dit onverwachte tekort te kunnen financieren, waardoor verkoop van de woning nog de enige optie is. Omdat door de zeer sterke vergrijzing in de komende 20 jaar de woonvraag ook totaal zal veranderen, is het maar de vraag of de woning dan ook snel kan worden verkocht.

Woekerpolis en hypotheek: een slechte combinatie
Stichting ODIN heeft al bij de politiek gepleit voor een radicaal andere aanpak van woekerpolissen in hypotheken. Het is geen kwestie van de polis verbeteren of activeren. Een woekerpolis in de hypotheek moet volledig worden verbannen. En daar kan de politiek ook beter van worden. Als bijvoorbeeld de actuele waarde van alle hypotheek woekerpolissen direct op de hypotheken worden afgelost, bespaart de politiek tot 120 miljoen euro per jaar aan hypotheekrenteaftrek. Tegelijkertijd worden de woonlasten lager.

Met het voordeel van de lagere woonlasten en de bestaande premie inleg in de woekerpolis kan bijvoorbeeld een nieuw beleggingsproduct worden gestart met veel lagere kosten en zonder alle productdefecten van de woekerpolis. Omdat de overlijdensrisicoverzekering in de woekerpolis meestal ook elders goedkoper kan worden voortgezet, wordt een extra besparing gerealiseerd. Er zijn dus heel veel goede redenen om juist de woekerpolis in de hypotheek volledig uit te bannen.

De Zembla uitzending van a.s. woensdag 4 februari 2015 (NPO 2, 20:25uur) staat in het teken van de vraag waarom de woekerpolis maar voortwoekert.

Het elimineren van uw polis(sen) en uw hypotheek omzetten naar een annuïteitenhypotheek (aflossen) kan worden berekend, als u een gratis account aanmaakt met uw actuele gegevens.

Ja, ik wil wel eens berekenen...



- Pascal de Roo gebruik makend van bron: Eufin -

Klanten met een vermogensplanner zijn zelfverzekerder

Klanten die gebruik maken van de diensten van een vermogensplanner, of een andere adviseur die vermogensadvies, geeft blijken zelfverzekerder te zijn dan klanten die dat niet doen.



Dit blijkt uit het onderzoek van Blackrock dat recent is uitgevoerd onder 27.500 klanten in 20 landen.
Naast de zelfverzekerdheid neemt ook een positief gevoel over hun financiële toekomst toe en voelen ze meer greep te hebben op deze financiële toekomst.

Klanten met een belegbaar vermogen van meer dan €100.000,-, zijn erg tevreden over de waarde van het advies.
70% geeft aan dat de waarde van de dienstverlening goed of zelfs excellent is.

ZO vermogensadviseur richt zich op vermogende klanten en DGA's en hebben allen een post-HBO gevolgd.
In deze opleiding ligt de nadruk op de advisering van deze specifieke doelgroep.

In heel Nederland blijkt er echter nog wel een inhaalslag nodig, want slechts 16% van de Nederlandse beleggers gebruikt een vermogensadviseur. "Er is dus nog veel onbekendheid met de huidige dienstverlening van vermogensplanners en "dit baart zorgen", aldus Michiel van Vugt, bestuurslid van de Vereniging FVP, "want het blijkt telkens weer dat klanten die zelf financiële beslissingen nemen in de zogenaamde behavior gap trappen. Met name beleggingsbeslissingen worden vaak genomen op basis van emotie. En dat zorgt er helaas vaak voor dat klanten hoog kopen en laag verkopen. De professionele adviseur kan een klant behouden voor deze fout."

De FVP geeft aan dat zij zich in 2015 inzetten om meer klanten bewust te maken van de noodzaak van een allesomvattend advies. ZO vermogensadvies juicht dit toe.


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: ZO vermogensadvies -

zondag 1 februari 2015

Loopt binnenkort je rentevaste periode van je hypotheek af?

Dan ontvang je automatisch een maand of 3 van te voren een verlengingsvoorstel van je geldverstrekker. Wees hier kritisch op, want misschien kun je ergens anders een beter aanbod krijgen.



Het einde van je rentevaste periode is namelijk een van de weinige momenten, waarop je vaak zonder boete kunt overstappen naar een andere hypotheek of een andere hypotheekverstrekker.

Maak de juiste keuze
ZO hypotheken helpt je de juiste keuze te maken tussen verlengen of overstappen naar een andere aanbieder uit ons brede aanbod.

- We kunnen een speciale offertecheck voor je doen

- We vergelijken jouw offerte met de aanbiedingen van andere banken en verzekeraars

- We bekijken of je huidige hypotheekvorm nog steeds de beste keuze is

- We houden rekening met veranderingen in je persoonlijke situatie zoals een nieuwe baan of een andere gezinssituatie.

Einde rentevaste periode?
Maak een account aan en wij checken onafhankelijk jouw voorstel


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: ZO hypotheken -

Rabobank voorziet forse stijging hypotheekrente

De hypotheekrente zal de komende jaren flink oplopen, willen banken nog geld kunnen verdienen aan de financiering van onroerend goed. Dat zei Bert Bruggink, financieel en risicobestuurder van Rabobank, maandag in Het Financieele Dagblad.

De hypotheekmarkt in ons land gaat volgens Bruggink de komende jaren volledig op de schop. Vanwege de hogere kapitaaleisen zullen banken hun balans ontlasten door delen van hun enorme hypotheekportefeuilles te verkopen aan institutionele beleggers. Dat zal uiteindelijk leiden tot een hogere hypotheekrente, zo denkt de bestuurder.

In de nabije toekomst voorziet Bruggink een model naar Amerikaans voorbeeld. Daarbij treedt de bank bij de verstrekking van nieuwe hypotheken alleen nog op als tussenpersoon tussen de hypotheekgever en de geldschieter. Dat heeft wel gevolgen voor de prijzen. De rentemarges op bankproducten zijn nu nog laag. Als in de toekomst ook de geldschieter er aan moet verdienen, moeten die marges omhoog.

Lees: http://fd.nl/economie-politiek/1090968/rabo-ziet-forse-stijging-hypotheekrente


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: FD -