donderdag 29 augustus 2013

Aantal bouwvergunningen bereikt dieptepunt






Het aantal verleende bouwvergunningen daalt al enkele jaren, maar vooral in 2012 en in het eerste kwartaal van 2013 valt het aantal bouwvergunningen sterk terug. In het eerste kwartaal van dit jaar is voor nog geen 2.900 koopwoningen een bouwvergunning verleend. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.




Dit is minder dan een kwart van het aantal waarvoor een vergunning is afgegeven in hetzelfde kwartaal van 2008. Het aantal te bouwen huurwoningen waarvoor een vergunning is afgegeven is veel minder gedaald, tot ruim 2.600; 63% van het aantal in het eerste kwartaal van 2008.
ONGUNSTIG SIGNAAL
Het lage aantal woningen waarvoor een bouwvergunning is afgegeven in 2012 en het eerste kwartaal van 2013 is geen gunstig signaal voor de bouw het komende jaar. Normaal duurt het anderhalf jaar voordat een woning, waarvoor een bouwvergunning is verleend, wordt opgeleverd.
- Posted by Pascal de Roo met als bron CBS en Vastgoedjournaal -

woensdag 28 augustus 2013

Wat als je straks €100.000,- mag schenken

Gisteren werd bekend dat je misschien een groot bedrag mag schenken als je kinderen een huis gaan kopen, of hun hypotheek ermee in willen lossen. Maar...

Het gaat om een heel groot belastingvrij bedrag en eenmaal 100.000 euro geschonken kan die schenking niet meer ongedaan gemaakt worden. Als de schenker het bedrag later nodig heeft als oudedagsvoorziening, is er geen weg meer terug. Eenmaal gegeven blijft gegeven. De notaris kan in een schenkingsakte regelen dat een schenking (onder voorwaarden) terug moet naar de schenker als deze later door de schenking in financiële problemen zou komen.

Ook zijn er andere belangrijke zaken bij de schenking die in het oog gehouden moeten worden. Bijvoorbeeld als de schenking aan een stel wordt gedaan. Wat moet er met de schenking gebeuren als dat stel uit elkaar gaat en het huis verkocht wordt? En, als het gaat om ouders die aan een van hun kinderen een schenking doen, hoe voorkom je scheve gezichten bij de andere kinderen na zo'n grote schenking aan een van hen?

het is ook belangrijk dat de fiscale kant van het verhaal niet vergeten wordt. De schenking van 100.000 euro wordt dan wel belastingvrij; over dat deel van de financiering van de woning is er geen hypotheekrenteaftrek. En bij het kopen van een nieuwe woning moet de 100.000 euro worden 'meegenomen'.

Redenen genoeg om te pleiten bij minister Dijsselbloem om deze grote schenking in 2014 bij de notaris te laten vastleggen.


- Posted by Pascal de Roo -

vrijdag 23 augustus 2013

Nog een reden om NU te kopen

Het kabinet wil dat huizenkopers op termijn meer eigen geld gebruiken bij hun aankoop. Dat blijkt uit de visie op de bankensector die het kabinet vrijdag heeft gepresenteerd.

Het kabinet heeft al besloten dat huizenkopers vanaf 2018 nog maar maximaal 100 procent van de koopprijs mogen lenen.

Volgens de regering is het echter ''wenselijk '' dat de verhouding tussen de lening en de waarde van een huis nog verder daalt. In de eurozone bedraagt deze zogeheten loan-to-value gemiddeld maar 80 procent.

Bij een ''robuust'' herstel van de huizenmarkt komt het kabinet naar eigen zeggen met maatregelen om de verhouding tussen schuld en woningwaarde verder te verlagen. Volgens het kabinet is dat zowel goed voor consumenten als voor de financiële gezondheid van banken.




Door: AFN



- Posted by Pascal de Roo -

Wat kan je doen bij verhuizing met je 'oude' polis?

Belastingplichtigen met een eigen woning hadden nog tot 1 april dit jaar de tijd om ter aflossing van hun eigenwoningschuld een KEW, SEW of BEW aan te vragen. Inmiddels is de deur voor nieuwe KEW´s, SEW´s en BEW´s definitief dicht. Wat betekent dat voor belastingplichtigen met een bestaande KEW, SEW of BEW die in de toekomst gaan verhuizen?

Er is sprake van een bestaande KEW, SEW of BEW als:
1) er op 31-12-2012 een bestaande KEW, SEW of BEW is;
2) er in 2012 een KEW, SEW of BEW was en op enig moment in 2013 de belastingplichtige weer een KEW, SEW of BEW heeft;
3) er op 31-12-2012 een onherroepelijke koopovereenkomst is en in verband met die koopovereenkomst in 2013 een KEW, SEW of BEW wordt gesloten;
4) er op 31-12-2012 een kapitaalverzekering is en vóór 1-4-2013 een aanvraag is ingediend om deze aan te wijzen als KEW; of
5) er op 31-12-2012 een eigenwoningschuld is en de belastingplichtige vóór 1-4-2013 een aanvraag heeft ingediend voor het sluiten van een KEW, SEW of BEW.

Bij verhuizing van de ene eigen woning naar een andere eigen woning, kan een al bestaande KEW, SEW of BEW worden meegenomen. Enige voorwaarde is dat het gegarandeerde kapitaal – of, bij het ontbreken van een gegarandeerd kapitaal, de te betalen inleg – niet omhoog gaat en dat de looptijd niet wordt verlengd. Binnen deze kaders is ook het oversluiten van een KEW, SEW of BEW mogelijk.

Gaat de belastingplichtige na verkoop van de eigen woning tijdelijk huren, dan komt op dat moment de KEW, SEW of het BEW fictief tot uitkering. Voor de leesbaarheid wordt hierna uitsluitend gesproken over de KEW. Voor de SEW en het BEW geldt echter hetzelfde.
Op het moment van de fictieve uitkering, kan gebruik worden gemaakt van de hoogste uitkeringsvrijstelling. Aan de voorwaarden van minimaal 15 of 20 jaar premiebetaling en dat met de uitkering een eigenwoningschuld wordt afgelost, hoeft niet te worden voldaan. Na deze fictieve uitkering, verhuist de KEW naar box 3. Daar valt hij als 'gewone' kapitaalverzekering onder de vermogensrendementsheffing.

In het overgangsrecht voor de KEW was niet duidelijk geregeld wat er gebeurt als de belastingplichtige na enige tijd weer een eigen woning heeft. Onder het oude recht was bepaald dat als een belastingplichtige binnen drie jaar weer een eigen woning had en ook aan de overige voorwaarden werd voldaan (KEW-clausule, jaarlijks premie betaald binnen de bandbreedte), de KEW vanzelf weer in box 1 werd geplaatst. De KEW werd geacht niet tot uitkering te zijn gekomen, maar de hele tijd KEW te zijn geweest, vanaf de oorspronkelijke ingangsdatum. De premies in de box 3-periode telden mee voor de bandbreedte-eis.
Deze verhuisregeling is ook overgenomen in het overgangsrecht, artikel 10bis.6, lid 5, Wet IB 2001. Er was echter onduidelijkheid of in dat geval wel wordt voldaan aan de voorwaarden voor een 'bestaande' KEW, zie de hiervoor genoemde opsomming. Volgens de staatssecretarissen Blok (Wonen en Rijksdienst) en Weekers (Financiën) was dat niet het geval. Dat betekent dat op het moment dat een belastingplichtige geen eigen woning meer heeft, de KEW definitief tot uitkering komt en de belastingplichtige in de toekomst geen KEW meer kan afsluiten. Ook niet als de belastingplichtige voor zijn eigenwoningschuld nog wel onder het overgangsrecht valt.
Dit werd onwenselijk gevonden. Daarom is in een besluit (Besluit van 27 juni 2013, nr. BLKB2013/409M) goedgekeurd dat als een belastingplichtige gebruik kan maken van het overgangsrecht voor zijn eigenwoningschuld, hij ook gebruik kan maken van het overgangsrecht voor de KEW en van de hiervoor uiteengezette verhuisregeling. Voorwaarden zijn dat de KEW niet wordt verhoogd en dat de looptijd niet wordt verlengd.

Voorbeeld verhuizen en tijdelijk huren
Clark koopt op 1 april 2005 een eigen woning met een eigenwoningschuld van € 150.000. Hij opent op hetzelfde moment een SEW. De SEW keert in 2035 een bedrag uit van € 150.000.

Op 1 februari 2013 verkoopt Clark zijn eigen woning voor € 150.000. Clark gaat tijdelijk huren.
De SEW bedraagt op hetzelfde moment € 35.000. De SEW komt fictief tot uitkering. Clark kan gebruikmaken van de uitkeringsvrijstelling. Na de fictieve afkoop wordt de SEW in box 3 geplaatst. Clark wijzigt niets aan de overeenkomst en blijft maandelijks premie betalen.

Uitwerking zónder overgangsregeling
Op 1 augustus 2014 koopt Clark een nieuwe eigen woning voor € 250.000. Clark kan voor zijn eigenwoningschuld gebruikmaken van het overgangsrecht. Zijn op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschuld van € 150.000 wordt verlaagd met de uitkering uit de SEW, omdat Clark gebruik heeft gemaakt van de uitkeringsvrijstelling. Clarks bestaande eigenwoningschuld is € 115.000. Voor € 135.000 sluit Clark een lening met een annuïtaire aflosverplichting.
De in box 3 geplaatste rekening blijft doorlopen in box 3.

Uitwerking mét overgangsregeling
Op 1 augustus 2014 koopt Clark een nieuwe eigen woning voor € 250.000. Clark kan voor zijn eigenwoningschuld gebruikmaken van het overgangsrecht. Clarks bestaande eigenwoningschuld is € 150.000. Voor € 100.000 sluit Clark een lening met een annuïtaire aflosverplichting.
De in box 3 geplaatste rekening wordt weer aangemerkt als SEW. De eerdere gebruikmaking van de uitkeringsvrijstelling wordt teruggedraaid.

Onder de overgangsregeling kan Clark voor een groter bedrag gebruikmaken van het overgangsrecht voor de eigenwoningschuld én behoudt hij zijn SEW.



Meike Bel - Fiscalist Nationale-Nederlanden

- Posted by Pascal de Roo -

Verhuur van de oude woning leidt tot minder aftrek ivm de bijleenregeling

Volgens de rechtbank is de bijleenregeling van toepassing bij verhuur van de voormalige eigen woning, ook al wordt er geen overwaarde gerealiseerd omdat de woning niet wordt verkocht.

Het volgende speelt in deze rechtszaak. Een woningeigenaar verhuist op 1 april 2008 naar zijn nieuwe eigen woning. Zijn vorige eigen woning wordt niet verkocht, maar verhuurd. Bij zijn aangifte inkomstenbelasting trekt hij de volledige hypotheekrente af die betrekking heeft op zijn nieuwe woning.

De inspecteur is het daar niet mee eens, omdat in de vorige eigen woning een overwaarde schuil gaat. Op grond van de bijleenregeling moet, aldus de inspecteur, de nieuwe eigenwoningschuld verlaagd worden met de (fictief) gerealiseerde eigenwoningreserve (EWR). De woningeigenaar stelt dat de bijleenregeling niet van toepassing is, omdat er geen sprake is van verkoop of realisatie.

De rechter (Rechtbank Zeeland- West-Brabant 2 juli 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:5753) stelt de inspecteur in het gelijk. Doordat de woningegenaar de woning is gaan verhuren, is er niet langer sprake van een eigen woning in de zin van de wet. In de terminologie van de bijleenregeling is er dan sprake van een 'vervreemding'. Daarbij is de waarde in het economische verkeer op dat moment het uitgangspunt. Is die waarde hoger dan de eigenwoningschuld (vermeerderd met de kosten ter zake van vervreemding), dan is er sprake van een vervreemdingssaldo dat moet worden toegevoegd aan de EWR. Die EWR leidt tot een lagere eigenwoningschuld voor de nieuwe eigen woning. Dat feitelijk geen overwaarde is gerealiseerd omdat de woning niet is verkocht, doet aan de toepassing van de bijleenregeling niet af.
Vervreemding
Bij verhuur is er geen sprake van verkoop en is er dus geen koopprijs bekend. De wet schrijft dan voor dat voor de waardebepaling moet worden aangeknoopt bij de waarde in het economische verkeer. Daarover zullen de meningen snel verschillen. De belastingplichtige zal van een zo laag mogelijke waarde willen uitgaan en doet er goed aan deze te onderbouwen met een taxatierapport.

De Belastingdienst zal in eerste instantie uitgaan van de hem bekend zijnde WOZ-waarde. Zo ook de inspecteur in deze procedure. Hij ging uit van de WOZ-waarde per 1 januari 2008 vermeerderd met de waardestijging in de drie maanden van 2008. De rechter was het daarmee eens en oordeelde dat de WOZ-waarde in dit geval geacht moet worden overeen te stemmen met de waarde in het economische verkeer.

Het standpunt van deze woningbezitter is overigens goed te begrijpen. Het begrip 'vervreemding' in de bijleenregeling is ruimer dan het algemene vervreemdingsbegrip. Volgens Van Dale wordt onder 'vervreemding' verstaan: "overdracht van eigendomsrecht krachtens verkoop of schenking." Bij verhuur is geen sprake van eigendomsoverdracht. Toch is er sprake van een
vervreemding in de zin van de bijleenregeling, omdat de woning niet langer wordt aangemerkt als een eigen woning in de zin van de wet. Dat doet zich niet alleen voor bij verhuur. Dit speelt ook als de woning als tweede woning wordt aangehouden of als de te koop staande woning maar niet wordt verkocht en de termijn van de verhuisregeling (in 2013 lopende kalenderjaar plus 3 jaar) is verstreken.

Van vervreemding in de zin van de bijleenregeling is dus sprake op het moment dat:
- de woning wordt verkocht;
- de woning wordt geschonken;
- de woning wordt verhuurd;
- de woning wordt aangehouden als tweede woning;
- de termijn van de verhuisregeling (in 2013 lopende jaar plus 3 jaar) verstrijkt.




[ Bron: Fiscaal-Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden ]



- Posted by Pascal de Roo -

donderdag 22 augustus 2013

Doorberekening kostprijs acceptgiro. Is dit logisch?


Vanaf 23 september gaat verzekeraar ASR bij klanten die hun verzekering per acceptgiro betalen, €1,54 extra in rekening brengen. Hiermee berekenen zij de kostprijs van een acceptgiro door aan de klant.
Van mei tot en met juli hebben zij in totaal ongeveer 300.000 klanten die één of meerdere verzekeringen bij ASR hebben en deze per acceptgiro betalen, een brief gestuurd.

De komende week volgt nog een laatste groep klanten.

Wat vindt u van deze ontwikkeling? Als u nl. per maand betaald en wil dat per acceptgiro blijven doen, kunnen de kosten ong. Eur 20,- per jaar zijn. Daarentegen wordt de postzegel/porti ook steeds duurder en zijn enveloppe ook niet gratis.

maandag 19 augustus 2013

Heb ik een (bouw)vergunning nodig?

De omgevingsvergunning is een vergunning voor bouwen, milieu en ruimte. Deze vergunning vervangt verschillende losse vergunningen, zoals bouwvergunningen en milieuvergunningen. Hierdoor is de aanvraag van die vergunningen simpeler geworden.

Sinds 1 oktober 2010 mag er meer vergunningvrij gebouwd worden. De regeling voor vergunningvrij bouwen is onderdeel van het Besluit omgevingsrecht, dat tegelijk met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking is getreden.

Belangrijkste wijzigingen vergunningvrij bouwen

De belangrijkste wijzigingen zijn:

vergunningvrij bouwen is onder bepaalde voorwaarden ook toegestaan bij bedrijven en andere niet-woningen;

de mogelijkheden om zonder omgevingsvergunning te bouwen zijn verruimd voor gevallen waarin het geldende bestemmingsplan dit toelaat.

Hoe weet ik of ik een vergunning voor bouwen nodig heb?

Uitgangspunt is dat voor ieder bouwwerk een vergunning nodig is. Voor sommige bouwwerken is een uitzondering gemaakt, bijvorbeeld een dakkapel of een uitbouw zijn vergunningvrij, mits deze bouwwerken aan bepaalde eisen qua afmetingen, situering en dergelijke voldoen.

Op de website van de Rijksoverheid kunt u een aantal brochures downloaden. Deze brochures beschrijven onder welke voorwaarden veelvoorkomende bouwwerken vergunningvrij gebouwd mogen worden.

Bij vergunningvrij bouwen hoeft u de gemeente niet op de hoogte te stellen van uw activiteiten. Het betekent echter niet dat er geen regels meer gelden voor het bouwen, er moet nog steeds voldaan worden aan het bouwbesluit. Hierin staan eisen met betrekking tot bijvoorbeeld veiligheid, gezondheid, milieu en isolatie.

Vergunningscheck

In het omgevingsloket online kunt u een vergunningcheck doen. Daartoe dienen de locatie en werkzaamheden ingevoerd te worden. Vervolgens ziet u of er een vergunningplicht of meldingplicht is. Of geen van beide. Nadat de check is doorlopen, kan de aanvraag worden gedaan. Dit kan op papier (door een formulier op maat uit te printen) of digitaal. Het systeem geeft aan welke gegevens moeten worden ingevuld. en welke documenten aangeleverd dienen te worden (uploaden).

Voor het digitaal aanvragen van een omgevingsvergunning of het doen van een melding heeft u een DigiD-account nodig.



- Posted by Pascal de Roo -

Wat als je uit dienst treedt

Wat betekent dit voor uw pensioen?
Verandert u van baan? Begint u voor uzelf? Of bent u werkloos geworden? In al deze gevallen neemt u afscheid van uw oude baan en verandert uw leven. Het is belangrijk dat u daarbij ook aan uw pensioen denkt. Want hoe zit het met het pensioen dat u heeft opgebouwd bij uw oude werkgever?

Ik heb een nieuwe baan
Heeft u een andere baan? Dan is de kans groot dat u ook een andere pensioenregeling krijgt. Een nieuwe baan betekent niet altijd een betere pensioenregeling. Er zijn overigens ook bedrijven die géén pensioenregeling hebben. In dat geval bouwt u dus geen pensioen op via uw werkgever en moet u zelf voor uw pensioenvoorziening zorgen.

Wanneer u verandert van pensioenregeling kan een pensioentekort ontstaan. Gevolg hiervan kan zijn dat u straks minder pensioen ontvangt dan wanneer u bij uw vorige werkgever was gebleven. Dit pensioentekort is mogelijk te beperken door waardeoverdacht. U neemt dan de waarde van uw oude pensioen mee naar uw nieuwe pensioenuitvoerder.

In het pensioenoverzicht ziet u op welk en hoeveel pensioen u bij uw bedrijf recht heeft mocht u aan het eind van dit kalenderjaar uit dienst gaan en met een nieuwe baan beginnen.

Checklist
- Bekijk het pensioenoverzicht

- Vraag uw financieel adviseur naar de mogelijkheden van waardeoverdacht

- Denk aan uw nabestaanden

Ik begin voor mezelf
Wanneer u een eigen bedrijf begint, moet u zelf zorgen voor uw pensioen. Dit kunt u onder meer doen door geld te reserveren via de fiscale oudedagsreserve (FOR). Deze regeling stelt ondernemers in staat om – onder voorwaarden – belastingvrij een vermogen op te bouwen voor hun oude dag. U kunt ook een lijfrenteverzekering afsluiten of banksparen. De premie daarvoor is vaak fiscaal aftrekbaar.

In het pensioenoverzicht ziet u op welk en hoeveel pensioen u aan recht heeft mocht u aan het eind van dit kalenderjaar uit dienst gaan en met een nieuwe baan beginnen.

Checklist
- Bekijk het pensioenoverzicht

- Kijk op www.kvk.nl voor meer informatie over ondernemers

- Denk aan uw nabestaanden

Ik ben werkloos
Heeft u (nog) geen andere baan, dan kan dit gevolgen hebben voor uw pensioen. Het pensioen dat u al heeft opgebouwd, blijft gewoon bestaan. Maar zolang u geen nieuwe baan heeft, bouwt u waarschijnlijk niet verder op. Ook de verzekering voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en uw arbeidsongeschiktheidspensioen stoppen.

In het pensioenoverzicht ziet u op welk en hoeveel pensioen u aan recht heeft mocht u aan het eind van dit kalenderjaar uit dienst gaan en werkloos worden.

Checklist
- Bekijk het pensioenoverzicht

- Kijk op www.uwv.nl voor meer informatie over werkloosheid

- Denk aan je nabestaanden





- Posted by Pascal de Roo -

hypotheekrenteaftrek na echtscheiding


De nieuwe hypotheek

Een echtscheiding kan verregaande consequenties voor u hebben, zeker als u met uw partner samen een woning heeft en een hypotheek. Bent u gehuwd in gemeenschap van goederen, dan is de woning en de hypotheek van u samen. Bent u onder huwelijkse voorwaarden gehuwd, dan is van belang wie de eigenaar van de woning is en welke verdeling u in de huwelijkse voorwaarden hebt afgesproken.

 
Welke gevolgen de echtscheiding heeft voor u, uw partner en de eigen woning hangt af van de keuzes die u samen maakt. U kunt de woning verkopen, maar u kunt ook overeenkomen dat één van beiden (al dan niet samen met de kinderen) in de woning blijft wonen en de ander uitkoopt. Maar hoe zit het dan met de renteaftrek in deze situaties?


Besluit u de woning te verkopen, dan kunnen twee situaties ontstaan:
 

1.       U heeft overwaarde in de woning.

De opbrengst van uw woning is, na aftrek van de verkoopkosten, hoger dan de hypotheek. Bent u gehuwd in gemeenschap van goederen, dan heeft ieder recht op de helft van deze overwaarde. Koopt u binnen 3 jaar weer een nieuwe woning? Dan moet u hiermee rekening houden. U mag dan maar over een lagere hypotheek de rente aftrekken.
 

2.       Uw woning staat ‘onder water’

Uw hypotheek is hoger dan de opbrengst van de woning. Hierdoor ontstaat voor ieder, voor de helft van het tekort, een schuld. Sluit u een lening af voor uw deel van die schuld, dan is de rente over deze lening 10 jaar lang aftrekbaar. Het maakt hierbij niet uit of u daarna naar een huurwoning of een koopwoning verhuist.


Wordt besloten dat u uw partner uitkoopt? Dan koopt u in feite de helft van de woning van uw partner. U bent zelf immers al eigenaar van de andere helft van de woning. Maar ook de hypotheek is maar voor de helft van u. U heeft dus twee hypotheekdelen, de ‘oude’ hypotheek en een nieuwe hypotheek, waarmee u uw partner uitkoopt. Deze nieuwe hypotheek valt binnen de nieuwe wettelijke regels voor hypotheken, die vanaf 1 januari 2013 gelden. Dat betekent dat u deze nieuwe hypotheek volledig moet aflossen, om hierover de rente te kunnen aftrekken. U lost dan af in een annuïteitenhypotheek of lineaire hypotheek.

Over dit nieuwe deel van de hypotheek mag u wél de rente weer 30 jaar aftrekken. Over de hypotheek die u al had, heeft u al een deel van de maximale termijn van 30 jaar benut en geldt de renteaftrek dus voor een kortere duur.


De hypotheekadviseurs van ZO.nl zijn Erkend Hypothecair Planner en aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Hypothecair Planners (NVHP). Wij geven u op begrijpelijke en deskundige wijze, uitleg over de gevolgen bij echtscheiding. 

donderdag 15 augustus 2013

Kritiek op mogelijke afkoop van levensverzekering door VEH

Vereniging Eigen Huis is kritisch over het kabinetsplan om aan de woning gekoppelde spaar- of beleggingspolissen vrij te geven, zodat huiseigenaren er hun hypotheekschuld mee kunnen aflossen.

Dit kabinetsplan lekte woensdag uit naar het Financieele Dagblad en is bevestigd door Tweede Kamerlid Jacques Monasch. Waarschijnlijk wordt het voornemen op Prinsjesdag gepresenteerd. Per saldo ziet Vereniging Eigen Huis meer nadelen dan voordelen in dit plan.

Het eerste nadeel is dat woningbezitters vaak pas aan het einde van de looptijd het grootste rendement op hun polis boeken, en dus bij vroegtijdige afkoop daarvan niet meer kunnen profiteren. Een tweede nadeel van het kabinetsplan is dat huiseigenaren na gedeeltelijke aflossing relatief hogere lasten betalen over de resterende hypotheek. Geldverstrekkers eisen dan namelijk dat een gedeelte annuïtair wordt afgelost.

Een derde nadeel is dat vroegtijdige afkoop een ingrijpende verandering is, waarvoor deskundig advies noodzakelijk is. Dat kost de woningbezitter al snel enkele duizenden euro’s extra.
Tussentijdse afkoop van aan een hypotheek gekoppelde spaar- of beleggingspolissen heeft nog een vierde nadeel. Door de afkoop vervalt namelijk ook de overlijdensrisicoverzekering. Het kan lastig zijn om een nieuwe overlijdensrisicoverzekering af te sluiten, omdat de verzekerde inmiddels ouder is en mogelijk een slechtere gezondheid heeft.

Beperkte voordelen
Het plan kan voor Nederland als geheel ook voordelen hebben, hoewel die volgens de vereniging niet opwegen tegen de nadelen voor individuele huiseigenaren. Zo leidt het tot meer aflossing van (hypotheek)schulden, waardoor banken een gunstiger kapitaalpositie krijgen. Tegelijkertijd krijgen verzekeraars echter een slechtere kapitaalpositie. Daarnaast kan afkoop van de polis voor huiseigenaren voordelig uitpakken als het rendement op de polis lager is dan de hypotheekrente. Maar dit voordeel geldt slechts voor een beperkt aantal huiseigenaren.

Nu al mogelijk
Voor bepaalde categorieën woningbezitters is het overigens nu al mogelijk om een aan de woning gekoppelde spaar- of beleggingspolis af te kopen. De staatssecretaris van Financiën heeft namelijk eind 2012 al besloten dat dit mogelijk moet zijn voor mensen die in een moeilijke financiële positie zitten. Concreet gaat het om situaties waarbij echtscheiding, schuldhulpverlening óf woningverkoop met restschuld in het spel is.

(Bron: Vereniging Eigen Huis)


- Posted by Pascal de Roo -

dinsdag 13 augustus 2013

Verkopen door woningcoöperaties is slecht

Ver. Eigen Huis vind het slecht voor de huizenmarkt. De NVM spreekt van 'marktverstoring' en 'valse concurrentie' door de woningcorporaties. Aanleiding zijn nieuwe conceptregels die het makkelijker kunnen maken voor corporaties om tot 25 procent korting te bieden als ze oude huurhuizen te koop zetten. Corporaties die financieel krap bij kas zitten zouden zo meer geld binnen kunnen halen.

De woningmarkt dreigt nu echter verder in te zakken, stellen de verenigingen. "Veel van onze leden worden nu al moedeloos van de verkoop met korting door corporaties", stelt een woordvoerder van de VEH in de krant. "Zij proberen hun huis te verkopen. Maar soms zit de corporatie 20.000 euro onder hun prijs met een vergelijkbaar huis."

Het ministerie van Wonen beslist in september over de invoering van de regels. Momenteel loopt er nog een consultatieronde, waarbij belangenorganisaties gelegenheid krijgen tot inspraak.


- Posted by Pascal de Roo -

Opname van levensverzekering om hypotheek in te lossen wordt makkelijker

Het kabinet werkt aan een maatregel waarbij mensen die met hun levensverzekering hun hypotheek aflossen geen belasting hoeven te betalen over het gespaarde kapitaal, volgens het Financieele Dagblad.

De plannen zouden de economie moeten aanjagen. Ze zijn gunstig voor mensen die minder rendement behalen op hun levensverzekering dan ze aan rente over hun hypotheek betalen. Maar ze zijn ook voordelig voor de schatkist, aangezien de hypotheekrenteaftrek daalt, en voor de bank, die ruimte krijgt voor nieuwe kredieten.

Volgens een schatting van De Nederlandsche Bank is er tussen de 30 miljard en 45 miljard euro in deze kapitaalverzekeringen opgeslagen. Volgens fiscalisten gaat het kabinet de maatregel op Prinsjesdag voorstellen, zo meldt het FD.


- Posted by Pascal de Roo -

Werkgever heeft ook verzekeringsplicht over ZZP-ers

Artikel 7:611 BW komt in veel uitspraken van de Rechtbank tot aan de Hoge Raad terug. Het artikel stelt dat een werkgever zich als een goed werkgever dient te gedragen. De vraag die daarbij vaak speelt, met name bij het inhuren van ZZP’ers, is of een werkgever en werknemer een arbeidsrechtelijke verhouding hebben of niet.
 
Een goed werkgever dient onder meer te zorgen voor een behoorlijke verzekering van werknemers die voor hun werk een motorvoertuig besturen. Als de werkgever dit nalaat, kan de werknemer de schade die hij lijdt omdat er voor hem geen verzekeringsuitkering volgt, op de werkgever verhalen. Dit geldt ook in een zaak waarbij een zzp-er een eenzijdig verkeersongeval overkomt. Hij raakt daarbij ernstig gewond. Op het moment van het ongeluk rijdt hij in de bedrijfsauto van zijn opdrachtgever. Hij claimt de schade met een beroep op het ‘goed werkgeverschap’-artikel. De Hoge Raad heeft immers geoordeeld dat diezelfde zorgplicht ook geldt voor zzp-ers die van de werkplek (in dit geval de auto) gebruikmaken. Het ligt dus voor de hand dat de verzekeringsplicht die ten opzichte van werknemers in het verkeer geldt, ook van toepassing is op zzp-ers

De rechtbank is het met die redenering niet eens en stelt dat de verplichting van goed werkgeverschap als bedoeld in artikel 7:611 BW moet worden gezien als de uitwerking van voor het arbeidsrecht relevante verhoudingen en ontwikkelingen. Art. 7:611 BW is echter niet primair geschreven als artikel waarop een aansprakelijkheid kan worden gegrond. Het artikel moet worden gezien als een aanvulling c.q. beperking op de in het arbeidsrecht geldende verhoudingen.”

Er is tussen de opdrachtgever en de zzp-er geen sprake van een arbeidsovereenkomst. De rechtbank komt de zzp-er tegemoet door terug te grijpen naar een ander artikel, namelijk art. 7:658. Dit artikel beoogt bescherming te bieden aan personen die zich, wat betreft de door de werkgever in acht te nemen zorgverplichtingen, in een met de werknemer vergelijkbare positie bevinden. “De ratio van dit artikel is, dat de vrijheid van degene die een bedrijf uitoefent om te kiezen voor het laten verrichten door werknemers of door anderen, niet van invloed behoort te zijn op de rechtspositie van degene die het werk verricht en betrokken raakt bij een bedrijfsongeval of anderszins schade oploopt.”  De zzp-er dient (bij de uitvoering van een opdracht) qua zorgplicht voor de veiligheid dus in dezelfde positie te verkeren als een werknemer.

Dit geldt in de situatie waarin de zzp-er de keuze niet had om de werkzaamheden met zijn eigen (wel goed verzekerde) auto uit te voeren, maar verplicht was de bedrijfsauto (zonder inzittendenverzekering) te gebruiken. Uit de eisen van redelijkheid en billijkheid vloeit voort dat de werkgever een adequate verzekering voor de zzp-er had moeten afsluiten. Als de zzp’er wel de keuze had om de werkzaamheden met zijn eigen auto of de bedrijfsauto uit te voeren, is van belang of de zzp’er er van op de hoogte kon zijn dat voor de bedrijfsauto geen inzittendenverzekering was afgesloten, zodat hij het risico bij gebruik van de bedrijfsauto had kunnen afwegen.

Bron: Rechtspraak

Redactie: De eiser werd door de rechtbank (nog) niet in het gelijk is gesteld in zijn eis jegens de verzekeraar, omdat "nader onzerzoek en bewijslevering" nodig is bij bepaalde vragen. De rechtbank is wel van mening dat de zzp-er bij de uitvoering van een opdracht qua zorgplicht voor de veiligheid in dezelfde positie dient te verkeren als een werknemer.

zaterdag 3 augustus 2013

Pensioenfondsen staan er beter voor

De Nederlandse pensioenfondsen zijn er vorige maand een stuk beter voor komen te staan.

De gemiddelde dekkingsgraad, die aangeeft in hoeverre de pensioenfondsen aan hun toekomstige verplichtingen kunnen voldoen, klom in juli 3 procentpunten tot 104 procent, bijna op het wettelijk vereiste minimum van 105 procent. Dat blijkt uit een onderzoek van Adviesbureau Aon Hewitt.

Dat de fondsen afgelopen maand een positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt, betekent volgens Aon Hewitt niet dat eventuele aanvullende kortingen waar pensioenfondsen eerder voor waarschuwden, uitgesloten zijn. De verbetering van de dekkingsgraad is grotendeels het gevolg van een hogere rekenrente.

Verplichtingen
Aan de hand van de rekenrente bepalen de pensioenfondsen over hoeveel geld zij moeten beschikken om alle huidige en toekomstige pensioenen te kunnen betalen. Hoe hoger de rente is waarmee de fondsen rekenen, hoe minder geld zij opzij hoeven te zetten.
De pensioenfondsen kwamen er vorige maand ook beter voor te staan door winsten met beleggingen in aandelen en obligaties.

Of aanvullende kortingen noodzakelijk zijn, hangt volgens de pensioenexperts vooral af van de renteontwikkeling de komende maanden. In april van dit jaar moesten al 66 pensioenfondsen een korting doorvoeren op de uitkeringen.




- See more at: http://www.infinance.nl/artikel/carriere/7875/pensioenfondsen-gaan-vooruit


- Bron Infinance -

donderdag 1 augustus 2013

ZO vermogensadvies gebruikt jaarlijks de haalbaarheidstoets

Zes op de tien beleggers heeft een specifiek doel voor ogen met hun belegde vermogen. Vaker dan voorheen checken zij de haalbaarheid van hun beleggingsdoel. Nu checkt ruim drie kwart van de beleggers met een doel dat, tegen twee derde een jaar geleden. Dat blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder 465 beleggers.

Van degenen die via een beleggingsadviseur of vermogensbeheerder beleggen, checkt een minderheid zijn beleggingsdoel samen met de adviseur of vermogensbeheerder. De meerderheid (57%) is daarbij dus op zichzelf aangewezen. Bij beleggers is vooral de aanvulling van het pensioen een populair doel (33%). Onder beleggers met een laag inkomen is dat zelfs 71%. Het aflossen van de hypotheek wordt veel minder vaak (13%) genoemd.

De meeste beleggers vinden het belangrijk dat hun adviseur of beheerder goed op de hoogte is van hun persoonlijke situatie. Toch controleren adviseurs en vermogensbeheerders bij slechts vier op de tien beleggers of er veranderingen zijn in de persoonlijke situatie van de klant. Ook de risicobereidheid en de financiële positie en de haalbaarheid van de doelstelling wordt in veel gevallen niet gecontroleerd.

Monitoren van doelstelling is belangrijk in de dienstverlening

Vermogensopbouw maakt een belangrijk onderdeel uit van de financiële huishouding van veel consumenten. Zij bouwen onder meer zelf vermogen op voor hun pensioen of hypotheek. Vooral tijdens de doorlopende advisering en het beheer is het nodig om de haalbaarheid van de doelstelling te monitoren. Het controleren van het beleggingsdoel geeft beleggers en adviseurs de kans om op tijd hun strategie van vermogensopbouw bij te sturen. Dat is vooral belangrijk als blijkt dat de belegging minder gaat opleveren dan verwacht. Ook is het in deze fase nodig wijzigingen in risicobereidheid, financiële positie en doelstellingen bij te houden.

Het monitoren van de kans op het behalen van het gewenste vermogen hoort daarom een belangrijk onderdeel van de dienstverlening te zijn. Dit voorkomt teleurstellingen bij beleggers. De AFM roept alle adviseurs en beheerders op om goed op de hoogte te blijven van de persoonlijke situatie van klanten. Beleggers zelf hebben daar ook een verantwoordelijkheid. Het is verstandig dat ze belangrijke wijzigingen in hun persoonlijke situatie bespreken met hun adviseur of beheerder. Deze aandachtspunten zijn belangrijk:

Neem jaarlijks samen met je vermogensbeheerder of adviseur je persoonlijke situatie door. Bespreek daarbij veranderingen in je risicobereidheid, je financiële positie en de haalbaarheid van je doelstelling.
Geef tussentijdse wijzigingen direct door aan je vermogensbeheerder of adviseur.
Als je risicobereidheid of financiële positie veranderen, bespreek dan met je vermogensbeheerder of adviseur of je jouw gewenste doel nog kan behalen.

Bespreek met je vermogensbeheerder of adviseur of er bijgestuurd moet worden en wat dat voor jou betekent.



- Posted by Pascal Berends -