zondag 2 juni 2013

Wat doet uw pensioenfonds?

De samenstelling van de pensioenfondsen in Nederland is heel divers. Van hele grote fondsen als het ABP en PGGM (nu Pensioenfonds Zorg en Welzijn) tot kleine pensioenfondsen met soms maar enkele deelnemers. Op basis van door De Nederlandsche Bank (DNB) en andere partijen gepubliceerde karakteristieken heeft Hewitt het gemiddelde pensioenfonds afgeleid. Verderop hebben wij de karakteristieken van het gemiddelde pensioenfonds in Nederland weergegeven.

Aantallen pensioenfondsen
Zo'n vijftien jaar geleden telde Nederland ruim 1.000 pensioenfondsen.
Volgens de laatste cijfers van DNB zijn er eind 2012 nog slechts zo’n 430 over. De verwachting is dat dit aantal verder afneemt tot 100 – 150 pensioenfondsen in 2016. Ondernemingspensioenfondsen (Opf) zijn qua aantal het meest omvangrijk, zo'n 80% van het totaal aan pensioenfondsen. Bedrijfstakpensioenfondsen (Bpf) zijn qua aantal deelnemers het meest omvangrijk: ruim 8 van de 10 werknemers neemt daaraan deel.

Soort regeling
Van de diverse soorten pensioensystemen die Nederland kent, komt het middelloonsysteem het meest voor. Ruim 90% van de deelnemers van pensioenfondsen heeft een middelloonregeling. Bij direct verzekerde regelingen is dit slechts een ruime 40%. Gekeken naar totaal aantal deelnemers aan pensoenregelingen heeft 84% van de deelnemers een middelloonregeling. Een middelloonregeling mag daarom met recht het ‘gemiddelde pensioensysteem’genoemd worden. De inhoud van deze gemiddelde of 'standaard' regeling is veelal als volgt. Er is sprake van:
Ouderdomspensioen
Weduwe- en weduwnaarspensioen van gemiddeld 70% van het bereikbaar ouderdomspensioen
Wezenpensioen

In ruim de helft van de gevallen is er ook een arbeidsongeschiktheidspensioen verzekerd. In 31% van de gevallen ligt het opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen tussen de 1,75% en 2% en in 38% van de gevallen ligt het opbouwpercentage tussen de 2% en 2,25%. De franchise is in meer dan de helft van de gevallen gekoppeld aan de enkelvoudige AOW voor samenwonenden. Voor actieve deelnemers is de toeslagverlening in ruim 7 van de 10 gevallen een voorwaardelijke toezegging gekoppeld aan een maatstaf (toeslagcategorie D in toeslagenmatrix), gemeten naar aantal pensioenfondsen. Voor actieve deelnemers is de grondslag veelal de loonontwikkeling binnen de sector (zo'n 70% van het aantal deelnemers). Voor inactieven is dat vrijwel altijd de prijsontwikkeling (ruim 80% van het aantal deelnemers).

Kenmerken
Een gemiddeld pensioenfonds kende medio 2012 zo'n 22.000 (gewezen) deelnemers en gepensioneerden. Let wel! Dit aantal wordt vertekend door een grote spreiding van de omvang van de pensioenfondsen binnen de Nederlandse pensioensector.

De zogenoemde duration van de opgebouwde pensioenverplichtingen bedraagt gemiddeld circa 16 jaar.

Gemiddelde bezittingen/verplichtingen

Ultimo 2012 bedroeg de gemiddelde dekkingsgraad 101% (eind november 102%). Eind 2007 was de gemiddelde dekkingsgraad nog 144%. De daling is veroorzaakt door onder andere de kredietcrisis en de eurocrisis. Deze crisis hadden lage rentestanden en slechte aandelenrendementen tot gevolg. Daarnaast zijn pensioenfondsen geconfronteerd met stijgende levensverwachting. De situatie per ultimo 2012 leidt ertoe dat veel pensioenfondsen genoodzaakt zullen zijn om de pensioenen per 1 april 2013 te korten.

(deze cijfers zijn ontleend aan periodieke DNB publicaties)


- Posted by Pascal de Roo -

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank voor je reactie, onze moderators zullen de inhoud vd tekst controleren en daarna z.s.m. plaatsen op deze blog.