Het kabinet-Rutte-Asscher wil de
huur verhogen. zodat de huurprijzen meer marktconform worden. Vanaf 1 juli 2013
gelden er daarom hogere percentages voor de maximale huurverhoging voor hogere
inkomens en middeninkomens.
Percentages maximale huurverhoging per 1 juli 2013
De maximale jaarlijkse
huurverhoging was in de jaren 2007-2012 gelijk aan de inflatie. Vanaf 1 juli
2013 zijn de percentages voor de maximale huurverhoging weer hoger dan de
inflatie. Dit betekent een huurverhoging van:
·
1,5% plus inflatie voor huishoudinkomens tot € 33.614;
·
2,0% plus inflatie (0,5% extra) voor middeninkomens.
Dit zijn huishoudinkomens van € 33.614 tot € 43.000;
·
4,0% plus inflatie (0,5% extra) voor hogere inkomens.
Dit zijn huishoudinkomens boven € 43.000.
De inflatie over 2012 was 2,5%.
Hierdoor gelden uiteindelijk per 1 juli 2013 de volgende percentages voor de
maximale huurverhoging:
·
4% voor huishoudinkomens tot € 33.614;
·
4,5% voor middeninkomens (0,5% extra);
·
6,5% voor hogere inkomens (2,5% extra).
De wetsvoorstellen die deze extra
huurverhoging regelen, zijn in behandeling bij de Eerste Kamer. De extra
huurverhoging is dus onder voorbehoud van instemming door de Eerste Kamer met
deze wetsvoorstellen.
Inkomen huurders vaststellen
Onder het huishoudinkomen vallen
alle inkomens van de huurder en overige bewoners van de woonruimte. Bij de
extra huurverhoging geldt het verzamelinkomen dat huurders 2 kalenderjaren eerder
verdienden. Bij een huurverhoging in 2013 gaat het dus om het inkomen over
2011. Deze inkomens zijn namelijk definitief vastgesteld.
De extra huurverhoging geldt niet
in het volgende geval: als de huurder kan aantonen dat het verzamelinkomen van
het huishouden 1 kalenderjaar eerder (bij een verhoging in 2013 dus over het
inkomen van 2012) niet hoger was dan € 43.000 of € 33.614. Dan geldt het
huurverhogingspercentage dat is toegestaan bij het nieuwe inkomensniveau (€
33.614-43.000 of onder € 33.614).
Inkomen inwonende
kinderen telt niet mee
Bij de inkomens van inwonende kinderen die op 1 januari nog geen 23 jaar waren, telt het inkomen tot aan het het niveau van het wettelijk minimumloon (ongeveer € 20.000) niet mee bij het huishoudinkomen. Op die manier worden jongeren niet ontmoedigd om een bijbaantje te nemen.
Bij de inkomens van inwonende kinderen die op 1 januari nog geen 23 jaar waren, telt het inkomen tot aan het het niveau van het wettelijk minimumloon (ongeveer € 20.000) niet mee bij het huishoudinkomen. Op die manier worden jongeren niet ontmoedigd om een bijbaantje te nemen.
Verhoging alleen bij gereguleerde huurwoningen
De 2,5% (inflatie + 4%) en
0,5%(inflatie+2%) extra huurverhoging geldt alleen voor bewoners van
gereguleerde (niet-geliberaliseerde) huurwoningen. Bij geliberaliseerde huurwoningen (vrije sector) is er geen
maximumpercentage waarmee de huur jaarlijks mag stijgen. De overheid hoopt dat
huurders met hogere inkomens door deze maatregel eerder verhuizen. Zo wil de
overheid het scheefwonen tegengegaan.
Gedifferentieerde huurverhoging
De huurtoeslag blijft bestaan om
woningen voor lagere inkomens betaalbaar te houden. Dat maakt een
gedifferentieerde huurverhoging mogelijk. Dit houdt in dat de huurverhoging
afhankelijk is van de hoogte van het huishoudinkomen. Bij mensen met een
inkomen tussen de € 33.614 en € 43.000 gaat het om 2% bovenop de inflatie.
Boven de € 43.000 is de huurverhoging 4% plus inflatie.
Huurverhoging niet verder dan de maximale
huurprijsgrens
De huurprijs kan door de
jaarlijkse huurverhoging nooit hoger zijn dan de maximale huurprijsgrens van de
woning. Die maximale huurprijsgrens is afhankelijk van de kwaliteit van de
woning. Het puntensysteem (ook wel woningwaarderingsstelsel genoemd)
bepaalt de kwaliteit van een woning.
Huurprijs kan na inkomensdaling omlaag
Huurders van wie het inkomen
daalt na inkomensafhankelijke huurverhoging krijgen recht op huurverlaging. Dit
geldt in de volgende situaties:
·
Bij een daling van het huishoudinkomen tot onder €
43.000 maar nog boven € 33.614. De huurprijs kan dan worden verlaagd tot de
huurprijs zoals die was geweest als de laatste 2 huurverhogingen op het niveau
van inflatie+2% hadden gelegen (het toegestane niveau bij een huishoudinkomen
tussen € 33.614 en € 43.000).
·
Bij een daling van een huishoudinkomen tot onder €
33.614. De huurprijs kan dan worden verlaagd tot de huurprijs zoals die zou
zijn geweest als de laatste 2 huurverhogingen op het niveau van inflatie+1,5%
hadden gelegen (het toegestane niveau bij een huishoudinkomen onder € 33.614.
·
Bij een daling van het huishoudinkomen tot onder de
inkomensgrens voor de huurtoeslag. De huurprijs kan worden verlaagd tot de huurtoeslaggrens als de huurprijs door de jaarlijkse
huurverhoging tot boven die grens was gestegen. Door die verlaging van de
huurprijs kan het huishouden dan huurtoeslag krijgen.
Verhoging niet verplicht voor verhuurders
Verhuurders zijn niet verplicht
de huur met maximaal 4% bovenop de inflatie op maximaal 2% bovenop de inflatie
te verhogen. Willen ze er wel gebruik van maken, dan hebben ze een verklaring
nodig dat het huishoudinkomen van de huurder(s) hoger is dan € 33.614 of €
43.000.
Geen hogere huurverhoging voor bepaalde groepen
gehandicapten en chronisch zieken
Bepaalde groepen van
gehandicapten en chronisch zieken kunnen de inkomensafhankelijke hogere
huurverhogingen tegenhouden. Deze mensen kunnen vaak niet verhuizen. Bovendien
hebben ze vaak speciale voorzieningen in hun woning De minister moet nog
vaststellen welke groepen gehandicapten en chronisch zieken de huurverhoging
kunnen tegenhouden.
Niet eens met huurverhoging
Vindt u dat uw extra
huurverhoging onterecht is? U kunt dan bezwaar maken tegen dit voorstel bij uw verhuurder. U hoeft
geen inkomensverkaring te tonen als u vindt dat het huishoudkomen niet hoger is
dan de inkomensgrens (€ 33.614 of € 43.000), De verhuurder vraagt namelijk een
nieuwe, actuele inkomensverklaring op bij de Belastingdienst.
Als uit deze verklaring blijkt
dat uw huishoudinkomen inderdaad lager is, kan de verhuurder het
huurverhogingsvoorstel aanpassen. De verhuurder past dan het voorstel aan tot
het niveau dat past bij de juiste inkomensgrens.
Blijkt uit de nieuwere inkomensverklaring
dat uw huishoudinkomen wel hoger is dan de inkomensgrens? Dan kunt u het
bezwaar intrekken en gaat de voorgestelde huurverhoging door. Als uw niet uw
bezwaar wilt intrekken en de verhuurder wil de voorgestelde huurverhoging
doorzetten, dan moet de verhuurder een uitspraak van de huurcommissie vragen
over zijn voorstel. Hij stuurt dan zijn huurverhogingsvoorstel met beide
inkomensverklaringen en het bezwaarschrift van de huurder naar de
huurcommissie.
Wilt u weten of het
huurverhogingsvoorstel van uw verhuurder binnen de wettelijke grenzen ligt? Via
de online huurverhogingscheck kunt u dit controleren.
Verklaring Belastingdienst voor verhuurder
Verhuurders kunnen bij de
Belastingdienst een inkomensverklaring van de huurder opvragen over het
inkomenstoetsjaar (2 kalenderjaren eerder). De Belastingdienst geeft geen
gespecificeerde inkomensgegevens, maar alleen een verklaring of het
huishoudinkomen meer dan € 43.000 is of in de categorie € 33.614-43.000 valt of
minder dan € 33.614 is. Ook staat in de verklaring om hoeveel bewoners het gaat
als het inkomen meer is dan € 33.614 of € 43.000. De verhuurder moet deze
verklaring bij het huurverhogingsvoorstel voegen.
Verhuurders kunnen de
inkomensgegevens bij de Belastingdienst opvragen via de website
Inkomensafhankelijkehuurverhoging.nl. In de handleiding Inkomensindicaties aanvragen staan instructies hiervoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Dank voor je reactie, onze moderators zullen de inhoud vd tekst controleren en daarna z.s.m. plaatsen op deze blog.